SIEMENS KU15LADF0 Fridge Freezer User Manual

June 9, 2024
SIEMENS

KU15LADF0 Fridge Freezer

Kühl- und Gefrierkombination Fridge-freezer Réfrigérateur / Congélateur combiné Combinazione frigorifero / congelatore Koelvriescombinatie
KU..L..

de Gebrauchsanleitung en User manual fr Notice d’utilisation

it Istruzioni per l’uso nl Gebruiksaanwijzing

Register your product on My Siemens and discover exclusive services and offers. siemens-home.bsh-group.com/welcome

The future moving in.

Siemens Home Appliances

Inhoudsopgave
Veiligheid………………………………. 111 Algemene aanwijzingen …………… 111 Bestemming van het apparaat ….. 111 Inperking van de gebruikers …….. 111 Veiliger transport …………………….. 112 Veilige installatie……………………… 112 Veilig gebruik………………………….. 113 Beschadigd apparaat ………………. 116 Het voorkomen van materiële schade ………………………………….. 117 Milieubescherming en besparing……………………………………….. 117 Afvoeren van de verpakking …….. 117 Energie besparen ……………………. 117 Opstellen en aansluiten ………….. 118 Leveringsomvang ……………………. 118 Apparaat opstellen en aansluiten…………………………………………. 118 Criteria voor de opstellocatie ……. 119 Het apparaat voor het eerste gebruik voorbereiden ………………….. 119 Apparaat elektrisch aansluiten ….. 119 Uw apparaat leren kennen………. 119 Apparaat ………………………………… 119 Bedieningselementen………………. 120 Uitrusting………………………………. 120 Legplateau……………………………… 120 Schuiflade………………………………. 120 Fruit- en groentelade met deksel . 120 Deurrekken …………………………….. 121 Accessoires ……………………………. 121 De Bediening in essentie………… 121 Apparaat inschakelen………………. 121 Opmerkingen bij het gebruik ……. 121 Machine uitschakelen………………. 121 Temperatuur instellen ………………. 121

nl
Extra functies ………………………… 122 Supervriezen…………………………… 122 Koelvak …………………………………. 122 Tips voor het bewaren van levensmiddelen in het koelvak…….. 122 Koudezones in het koelvak ………. 122 Sticker “OK” ……………………………. 123 Vriesvak ………………………………… 123 Deur van het vriesvak………………. 123 Invriescapaciteit………………………. 123 Tips voor het inkopen van diepvrieskost ………………………………… 123 Tips voor het bewaren van levensmiddelen in het vriesvak……. 124 Tips voor het bevriezen van verse levensmiddelen ………………….. 124 Houdbaarheid van de diepvrieswaren bij -18 °C …………………….. 125 Ontdooimethodes voor diepvrieswaren ……………………………… 125 Ontdooien ……………………………… 125 Ontdooien in het koelvak. ………… 125 Ontdooien in het vriesvak ………… 125 Reiniging en onderhoud …………. 126 Apparaat voorbereiden voor reiniging…………………………………….. 126 Apparaat schoonmaken …………… 127 De dooiwatergoot en het afvoergat reinigen. …………………………… 127 Ventilatierooster reinigen………….. 127 Onderdelen eruit halen ……………. 127 Storingen verhelpen ………………. 129 Functiestoringen ……………………… 129 Temperatuurprobleem……………… 130 Geluiden ………………………………… 130 Geurtjes …………………………………. 131

109

nl Opslaan en afvoeren………………. 132 Apparaat buiten gebruik stellen … 132 Afvoeren van uw oude apparaat .. 132 Servicedienst…………………………. 132 Productnummer (E-nr.) en productienummer (FD) …………………. 133 Technische gegevens…………….. 133
110

Veiligheidnl
Veiligheid
Houd de informatie omtrent veiligheid aan, zodat u het apparaat veilig kunt gebruiken. Algemene aanwijzingen Hier vindt u algemene informatie over deze gebruiksaanwijzing. ¡ Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Alleen dan kunt
u het apparaat veilig en efficiënt gebruiken. ¡ Deze gebruiksaanwijzing is bestemd voor de gebruiker van het
apparaat. ¡ Neem de veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen in acht. ¡ Bewaar de gebruiksaanwijzing en de productinformatie voor la-
ter gebruik of voor volgende eigenaren. ¡ Controleer het apparaat na het uitpakken. Sluit het apparaat in
geval van transportschade niet aan. Bestemming van het apparaat Om het apparaat veilig en op de juiste manier te gebruiken dient u de aanwijzingen over het beoogd gebruik in acht te nemen. Gebruik het apparaat uitsluitend: ¡ volgens deze gebruiksaanwijzing. ¡ om levensmiddelen te koelen en in te vriezen en voor ijsberei-
ding. ¡ voor huishoudelijk gebruik en in gesloten ruimtes binnen de hui-
selijke omgeving. ¡ tot een hoogte van 2000 m boven zeeniveau.
Inperking van de gebruikers Voorkom risico’s voor kinderen en kwetsbare personen. Dit apparaat kan worden bediend door kinderen vanaf 8 jaar en door personen met fysieke, sensorische of geestelijke beperkingen of met gebrekkige ervaring en/of kennis, indien zij onder toezicht staan of zijn geïnstrueerd in het veilige gebruik van het apparaat en de daaruit resulterende gevaren hebben begrepen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
111

nlVeiligheid
Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet worden uitgevoerd door kinderen indien deze niet onder toezicht staan. Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan 8 jaar niet bij het apparaat of de aansluitkabel kunnen komen. Kinderen vanaf 3 jaar en jonger dan 8 jaar mogen de koelkast/ diepvriezer vullen en legen. Veiliger transport Houd de veiligheidsaanwijzingen aan wanneer u het apparaat transporteert.
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel! Het hoge gewicht van het apparaat kan bij het optillen letsels veroorzaken. Het apparaat niet alleen optillen. Veilige installatie Houd deze veiligheidsaanwijzingen in acht bij de installatie van het apparaat. WAARSCHUWING Gevaar voor een elektrische schok! ¡ Ondeskundige installaties zijn gevaarlijk. Het apparaat uitsluitend aansluiten en gebruiken volgens de
gegevens op het typeplaatje. Het apparaat uitsluitend via een volgens de voorschriften
geïnstalleerd stopcontact met randaarde op een stroomnet met wisselstroom aansluiten. Het randaardesysteem van de elektrische huisinstallatie moet conform de elektrotechnische voorschriften zijn geïnstalleerd. Nooit het apparaat via een externe schakelinrichting voeden, bijvoorbeeld een tijdschakelaar of besturing op afstand.
112

Veiligheidnl
Wanneer het apparaat is ingebouwd, moet de netstekker van de netaansluitkabel vrij toegankelijk zijn, of wanneer vrije toegang niet mogelijk is, moet in de vast geplaatste elektrische installatie een alpolige scheidingsinrichting volgens de installatievoorschriften worden ingebouwd.
Bij het opstellen van het apparaat erop letten dat het netsnoer niet wordt afgeklemd of beschadigd.
¡ Een beschadigde isolatie van het netsnoer is gevaarlijk. Nooit het aansluitsnoer met warmtebronnen in contact brengen. Nooit het aansluitsnoer met scherpe punten of randen in contact brengen. Het aansluitsnoer nooit knikken, knellen of veranderen. WAARSCHUWING Risico van brand!
¡ Het gebruik van een verlengd netsnoer en niet-toegestane adapters is gevaarlijk. Geen verlengsnoeren of meervoudige stopcontacten gebruiken. Als het netsnoer te kort is, contact opnemen met de servicedienst. Alleen door de fabrikant goedgekeurde adapters gebruiken.
¡ Draagbare mobiele meervoudige stopcontacten of draagbare netvoedingen kunnen oververhit raken en tot brand leiden. Draagbare mobiele meervoudige stopcontacten of draagbare netvoedingen niet aan de achterkant van de apparaten plaatsen.
Veilig gebruik Neem bij gebruik van het apparaat de veiligheidsaanwijzingen in acht.
WAARSCHUWING Gevaar voor een elektrische schok! Binnendringend vocht kan een elektrische schok veroorzaken. Gebruik het apparaat alleen in gesloten ruimtes. Stel het apparaat nooit bloot aan grote hitte en vochtigheid.
113

nlVeiligheid
Geen stoomreiniger of hogedrukreiniger gebruiken om het apparaat te reinigen.
WAARSCHUWING Verstikkingsgevaar! ¡ Kinderen kunnen verpakkingsmateriaal over het hoofd trekken
en hierin verstrikt raken en stikken. Verpakkingsmateriaal uit de buurt van kinderen houden. Laat kinderen niet met verpakkingsmateriaal spelen. ¡ Kinderen kunnen kleine onderdelen inademen of inslikken en hierdoor stikken. Kleine onderdelen uit de buurt van kinderen houden. Kinderen niet met kleine onderdelen laten spelen. WAARSCHUWING Explosiegevaar! ¡ Mechanische inrichtingen of andere middelen kunnen de koudekringloop beschadigen, brandbaar koudemiddel kan lekken en exploderen. Gebruik voor het versnellen van het ontdooien geen andere
mechanische inrichtingen of andere middelen dan diegene die door de fabrikant zijn aanbevolen. ¡ Producten met brandbare drijfgassen en explosieve stoffen kunnen exploderen, bijv. spuitbussen. Bewaar geen producten met brandbare drijfgassen en explosieve stoffen in het apparaat. WAARSCHUWING Risico van brand! ¡ Elektrische apparaten binnenin het apparaat kunnen tot een brand leiden, bijv. verwarmingsapparaten of elektrische ijsbereiders. Gebruik geen elektrische apparaten binnenin het apparaat. ¡ De dampen van brandbare vloeistoffen kunnen ontsteken (explosieve verbranding) Dranken met een hoog alcoholpercentage uitsluitend goed afgesloten en staand bewaren.
114

Veiligheidnl
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel! ¡ Flessen of blikjes met koolzuurhoudende drank kunnen bar-
sten. Geen flessen of blikjes met koolzuurhoudende drank in het
vriesvak bewaren. ¡ Letsel aan de ogen door lekkend brandbaar koudemiddel en
schadelijke gassen. De buizen van de koudemiddelkringloop en de isolatie niet
beschadigen. WAARSCHUWING Verbrandingsgevaar door kou! Contact met diepvrieswaren en koude oppervlakken kan tot brandwonden door koude leiden. Nooit diepvrieswaren in de mond nemen nadat deze uit het
vriesvak werden genomen. Voorkom dat de huid langdurig in contact komt met diep-
vrieswaren, ijs en de buizen in het vriesvak. VOORZICHTIG Gezondheidsrisico! Houd de volgende aanwijzingen aan om verontreiniging van levensmiddelen te voorkomen. Wanneer de deur langere tijd wordt geopend, kan dit leiden
tot een aanzienlijke temperatuurstijging in de vakken van het apparaat. Maak de oppervlakken, die met levensmiddelen en toegankelijke afvoersystemen in contact komen, regelmatig schoon. Rauw vlees en vis in geschikte containers in de koelkast dusdanig bewaren dat het niet in contact komt met andere levensmiddelen of op deze drupt. Wanneer het koel-/vriesapparaat langere tijd leeg staat, het apparaat uitschakelen, ontdooien, reinigen en de deur open laten, om schimmelvorming te voorkomen.
115

nlVeiligheid
Beschadigd apparaat Neem deze veiligheidsvoorschriften in acht als uw apparaat beschadigd is.
WAARSCHUWING Gevaar voor een elektrische schok! ¡ Een beschadigd apparaat of een beschadigd netsnoer is ge-
vaarlijk. Nooit een beschadigde apparaat gebruiken. Nooit een apparaat met gescheurd of gebroken oppervlak
gebruiken. “Neem contact op met de servicedienst.” Pagina 132 Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties
aan het apparaat uitvoeren. ¡ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties aan het apparaat uitvoeren.
Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen worden gebruikt voor reparatie van het apparaat.
Als het netsnoer van dit apparaat beschadigd raakt, moet het ter vermijding van risico’s worden vervangen door de fabrikant, de servicedienst of een andere gekwalificeerde persoon.
WAARSCHUWING Risico van brand!
Bij beschadiging van de leidingen kunnen brandbaar koudemiddel en schadelijke gassen ontsnappen en ontsteken. Houd vuur en ontstekingsbronnen uit de buurt van het ap-
paraat. Ventileer de ruimte. “Het apparaat uitschakelen.” Pagina 121 De stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken of
de zekering in de meterkast uitschakelen. “Neem contact op met de service- afdeling.” Pagina 132
116

Het voorkomen van mate- Hetrmkovevnamateriëlscdh riële schade
Ter voorkoming van materiële scha- Hetrmkovevnamateriëlscdh de, aan het apparaat, de accessoires of keukenvoorwerpen dient u de aanwijzingen in acht te nemen. LET OP! ¡ Door verontreinigingen met olie of
vet kunnen kunststofdelen en deurafdichtingen poreus worden. Houd kunststofdelen en deuraf-
dichtingen olie- en vetvrij. ¡ Door het gebruik van de plint, la-
den of apparaatdeuren als zitvlak of opstapje kan het apparaat beschadigd raken. Niet op de plint, laden of deuren
staat of leunen.
Milieubescherming en be- Mielsbcurhmeasbgnirp sparing
Bescherm het milieu door het appa- Mielsbcurhmeasbgnirp raat op een hulpbronnenbesparende manier te gebruiken en herbruikbare materialen op de juiste manier af te voeren.
Afvoeren van de verpakking
De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en kunnen worden hergebruikt. De afzonderlijke componenten op
soort gescheiden afvoeren. Bij uw dealer en uw gemeente- of deelraadskantoor kunt u informatie verkrijgen over de actuele afvoermethoden.

Het voorkomen van materiële schadenl
Energie besparen
Als u deze aanwijzingen opvolgt, verbruikt uw apparaat minder stroom. Keuze van de opstellingslocatie Houd deze aanwijzing aan wanneer u het apparaat plaatst.
¡ Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht.
¡ Plaats het apparaat zo ver mogelijk van radiatoren, fornuis en andere warmtebronnen: ­ Houd 30 mm afstand aan tot elektrische- of gasfornuizen. ­ Houd 30 cm afstand aan tot olie- en kolenfornuizen. Het apparaat hoeft bij lagere omgevingstemperaturen minder vaak te koelen.
¡ Ventilatieopeningen niet afdekken of blokkeren.
¡ Ventileer de ruimte dagelijks. De lucht aan de achterwand van het apparaat kan beter ontsnappen, het apparaat warmt niet zo sterk op. Het apparaat hoeft minder vaak te koelen.
Energie besparen bij het gebruik. Houd deze aanwijzing aan wanneer u uw apparaat gebruikt. Aanwijzing De plaatsing van de uitrustingsonderdelen heeft geen invloed op het energieverbruik van het apparaat.
¡ Ventilatieopeningen niet afdekken of blokkeren. De lucht aan de achterwand van het apparaat kan beter ontsnappen, het apparaat warmt niet zo sterk op.

117

nlOpstellen en aansluiten
¡ Open de ovendeur slechts kort. ¡ Transporteer gekoelde levensmid-
delen in een koeltas en leg ze snel in het apparaat. ¡ Warme gerechten en dranken eerst laten afkoelen, daarna in het apparaat plaatsen. ¡ Leg om de koude van de diepvriesproducten te benutten, deze ter ontdooiing in het koelvak. De lucht in het apparaat warmt niet zo sterk op. Het apparaat hoeft minder vaak te koelen.
¡ Laat altijd wat ruimte tussen de levensmiddelen en de achterwand.
¡ Verpak de levensmiddelen luchtdicht. De lucht kan circuleren en de luchtvochtigheid blijft constant.
¡ Vriesvak regelmatig ontdooien. Een vorstvrij vriesvak is stroombesparend en koelt de diepvrieswaren optimaal.
¡ Deur van het vriesvak slechts kortstondig openen en zorgvuldig sluiten. Een gesloten deur van het vriesvak beschermt het vriesvak tegen sterke verijzing.

Opstellen Onleiustap en aansluiten
O nleiustap
Leveringsomvang
Controleer na het uitpakken alle onderdelen op transportschade en de volledigheid van de levering. Neem bij klachten met uw dealer of onze “servicedienst” Pagina 132 contact op. De levering bestaat uit: ¡ Onderbouwapparaat ¡ Uitrusting en accessoires1 ¡ Montagemateriaal ¡ Montagehandleiding ¡ Gebruiksaanwijzing ¡ Klantenserviceboekje ¡ Garantiebijlage2 ¡ Energielabel ¡ Productgegevensblad ¡ Informatie over energieverbruik en
geluiden
Apparaat opstellen en aansluiten
Voorwaarde: “De leveringsomvang van het apparaat is gecontroleerd.” Pagina 118

  1. “Houd de criteria aan voor de op-
    stellocatie van het apparaat.” Pagina 119 2. Het apparaat conform meegeleverde montagehandleiding installeren. 3. “Het apparaat voor het eerste gebruik voorbereiden.” Pagina 119 4. “Het apparaat elektrisch aansluiten.” Pagina 119

1 Afhankelijk van de apparaatuitvoering 2 Niet in alle landen 118

Criteria voor de opstellocatie
Houd deze aanwijzing aan wanneer u het apparaat plaatst.

WAARSCHUWING Explosiegevaar! Wanneer het apparaat in een te kleine ruimte staat, kan er bij een lek van het koudecircuit een brandbaar gasluchtmengsel ontstaan. Stel het apparaat uitsluitend op in
een ruimte, welke tenminste een volume heeft van 1 m3 per 8 g koudemiddel. De hoeveelheid van het koudemiddel staat op het typeplaatje. Afb. 1 / 5

Het gewicht van het apparaat kan afhankelijk van het model tot 35 bedragen. De ondergrond moet stabiel genoeg zijn om het gewicht van het apparaat te dragen.

Toegestane ruimtetemperatuur De toegestane kamertemperatuur is afhankelijk van de klimaatklasse van het apparaat. De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje. Afb. 1 / 5

Klimaatklasse SN N ST T

Toegestane ruimtetemperatuur 10 °C…32 °C 16 °C…32 °C 16 °C…38 °C 16 °C…43 °C

Het apparaat is volledig functioneel binnen de toegestane binnentemperatuur. Wanneer u een apparaat van de klimaatklasse SN gebruikt bij lagere kamertemperaturen, dan kunnen beschadigingen aan het apparaat tot een kamertemperatuur van 5 °C worden uitgesloten.

Uw apparaat leren kennennl Onderbouw Bij bepaalde aanrechtbladen, bijv. van steen, glas of roestvrij staal, is bevestiging onder het aanrechtblad vaak niet mogelijk. Toebehoren voor de montage op de zijwanden kunt u bij de klantenservice bestellen. “Servicedienst”, Pagina 132
Het apparaat voor het eerste gebruik voorbereiden
1. Haal het informatiemateriaal er uit. 2. Verwijder de beschermfolie en
transportborgingen, bijv. plakstrips en karton. 3. “Het apparaat voor de eerste keer reinigen.” Pagina 127
Apparaat elektrisch aansluiten
1. De netstekker van het aansluitsnoer van het apparaat in een stopcontact in de omgeving van het apparaat steken. De aansluitgegevens van het apparaat staan op het typeplaatje. Afb. 1 / 5
2. De netstekker op vastheid controleren.
a Het apparaat is nu gereed voor gebruik.
Uw apparaat leren ken- Uwnekrltap nen
Lees Uwnekrltap meer over de onderdelen van uw apparaat.
Apparaat
Hier vindt u een overzicht van de onderdelen van uw apparaat. Afb. 1
119

nlUitrusting

A Vriesvak B Koelvak 1 Lichtschakelaar 2 Bedieningselementen 3 Hoofdschakelaar 4 Schuiflade 5 Typeplaatje 6 Groente- en fruitlade 7 Ventilatierooster 8 Deurrek voor grote flessen
Aanwijzing Verschillen tussen uw apparaat en de afbeeldingen zijn mogelijk op basis van uitrusting en grootte.

Bedieningselementen

Via de bedieningselementen kunt u alle functies van uw apparaat instellen en informatie krijgen over de gebruikstoestand. Afb. 2

1

De hoofdschakelaar schakelt het apparaat in of uit.

2

schakelt Supervriezen in of uit.

3

Toont de ingestelde temperatuur van het koelvak in °C.

4

stelt de temperatuur van het koelvak in.

Uitrusting Uitsrugn
Hier Uitsrugn krijgt u een overzicht van de accessoires behorende bij uw apparaat en de manier waarop ze worden gebruikt. De uitrusting van uw apparaat is modelafhankelijk.

Legplateau
Om de schappen naar wens te variëren, het schap uitnemen en op een andere positie weer plaatsen. “Plateau verwijderen”, Pagina 127

Schuiflade
Bewaar dierlijke levensmiddelen in de lade. “Voor het vullen en uitnemen kunt u de lade uit het apparaat nemen.” Pagina 128

Fruit- en groentelade met deksel
Bewaar vers fruit en groente in de fruit- en groentelade. “Haal de fruit- en groentelade uit het apparaat voor het vullen en uitnemen.” Pagina 128 Afhankelijk van de soort levensmiddelen en de hoeveelheid kan zich in de fruit- en groentelade condenswater vormen. Verwijder het condenswater met een droge doek. Om ervoor te zorgen dat de kwaliteit en het aroma behouden blijven, moet u koudegevoelig fruit en groente buiten het apparaat bewaren bij temperaturen van ca. 8°C tot 12°C.

Koudegevoelig fruit Koudegevoelige groente

¡ Ananas ¡ Bananen ¡ Mango ¡ Papaya ¡ Citrusvruchten ¡ Aubergines ¡ Komkommers ¡ Courgette ¡ Paprika ¡ Tomaten ¡ Aardappels

120

Deurrekken
Om het deurrek naar behoefte te variëren deze er uit nemen en op een andere positie weer plaatsen. “Deurrek verwijderen”, Pagina 128
Accessoires
Gebruik alleen originele accessoires. Deze zijn speciaal op uw apparaat afgestemd. Hier krijgt u een overzicht van de accessoires behorende bij uw apparaat en de manier waarop ze worden gebruikt. De accessoires van het apparaat zijn afhankelijk van het model.
Eierplateau Bewaar eieren veilig op het eierplateau.
Flessenhouder De flessenhouder voorkomt dat flessen bij het openen en sluiten van de apparaatdeur kantelen. Afb. 3
IJsblokjesschaal Gebruik de ijsblokjesschaal om ijsblokjes te maken. IJsblokjes maken 1. De ijsblokjesschaal voor ¾ met
water vullen en in het vriesvak plaatsen. Vastgevroren ijsblokjesschaal alleen met een bot voorwerp, bijv. steel van een lepel, losmaken. 2. Om de ijsblokjesschaal los te maken de ijsblokjesschaal iets verbuigen of kort onder stromend water houden.

De Bediening in essentienl
De Bediening in essentie DBeingdeietns
Hier DBeingdeietns wordt de bediening van het apparaat in essentie beschreven.
Apparaat inschakelen
1. Het apparaat met hoofdschakelaar inschakelen. Afb. 1 / 3
a Het apparaat begint te koelen. a De temperatuurindicatie knippert
tot in het apparaat de ingestelde temperatuur is bereikt. 2. “De gewenste temperatuur instellen.” Pagina 121
Opmerkingen bij het gebruik
¡ Wanneer u het apparaat heeft ingeschakeld, wordt de ingestelde temperatuur pas na enkele uren bereikt. Geen levensmiddelen in het apparaat doen voordat de temperatuur is bereikt.
Machine uitschakelen
Het apparaat met de hoofdschakelaar uitschakelen. Afb. 1 / 3
a Het apparaat koelt niet meer.
Temperatuur instellen
Nadat u het apparaat heeft ingeschakeld, kunt u de temperatuur instellen. Koelvaktemperatuur instellen Zo vaak op drukken tot de tem-
peratuurindicatie de gewenste temperatuur toont. De aanbevolen temperatuur in het koelvak bedraagt 4 °C. “Sticker “OK””, Pagina 123 Vriesvaktemperatuur instellen Om de vriesvaktemperatuur in te stellen, de “koelvaktemperatuur wijzigen” Pagina 121.
121

nlExtra functies De koelvaktemperatuur beïnvloedt de vriesvaktemperatuur. Hoger ingestelde koelvaktemperaturen zorgen voor hogere vriesvaktemperaturen.

Extra functies xtEracnfiues

Kom xtEracnfiues te weten over welke instelbare extra functies uw apparaat beschikt.

Supervriezen
Bij het Supervriezen koelt het vriesvak zo koud mogelijk. Hierdoor bevriezen levensmiddelen snel tot in de kern. Schakel Supervriezen 4 tot 6 uur voor het inladen van een hoeveelheid levensmiddelen vanaf 2 kg in het vriesvak in. Om het invriesvermogen te benutten, gebruikt u Supervriezen. “Voorwaarden voor invriesvermogen”, Pagina 123 Aanwijzing Als Supervriezen is ingeschakeld, kan er meer geluid ontstaan.

Supervriezen inschakelen

indrukken.

a

brandt.

Aanwijzing Na ca. 48 uur schakelt het apparaat over op de normale werking.

Supervriezen uitschakelen

indrukken.

122

Koelvak Kkalveo
InKkalveo het koelvak kunt u vlees, worst, vis, melkproducten, eieren, bereide gerechten en gebak bewaren. De temperatuur in het koelvak kunt u van 2 °C tot 8 °C instellen. De aanbevolen temperatuur in het koelvak bedraagt 4 °C. “Sticker “OK””, Pagina 123 Door de koelopslag kunt u ook zeer bederfelijke levensmiddelen op korte of middellange termijn bewaren. Hoe lager de gekozen temperatuur is, des te langer blijven de levensmiddelen vers.
Tips voor het bewaren van levensmiddelen in het koelvak
Volg de tips op bij het bewaren van levensmiddelen in uw koelvak. ¡ Om ervoor te zorgen dat de vers-
heid en kwaliteit van de levensmiddelen langer behouden blijven, uitsluitend verse en ongeschonden levensmiddelen bewaren. ¡ Bij kant-en-klaar-producten en gebottelde producten de door de fabrikant vermelde houdbaarheidsdatum of gebruiksdatum niet overschrijden. ¡ Om aroma, kleur en versheid te behouden of smaakoverdracht en verkleuringen van de kunststofdelen te vermijden, levensmiddelen goed verpakt of afgedekt bewaren. ¡ Warme gerechten en dranken eerst laten afkoelen, voordat u deze in het koelvak plaatst.
Koudezones in het koelvak
Door de luchtcirculatie in et koelvak ontstaan verschillende koudezones. Koudste zone De koudste zone is de schuiflade.

Warmste zone De warmste zone bevindt zich helemaal bovenaan in de deur. Tip: Bewaar minder gevoelige levensmiddelen in de warmste zone, bijv. harde kaas en boter. Hierdoor komt het aroma van de kaas beter tot ontwikkeling en blijft de boter smeerbaar.
Sticker “OK”
Met de sticker OK kunt u controleren of in het koelvak de voor de levensmiddelen aanbevolen veilige temperatuurbereiken van +4°C of kouder bereikt zijn. De sticker OK wordt niet bij alle modellen meegeleverd. Wanneer de sticker OK niet weergeeft, dan de temperatuur stapsgewijze verlagen. “Koelvaktemperatuur instellen”, Pagina 121 Na ingebruikneming van het apparaat kan het tot wel 12 uur duren voordat de ingestelde temperatuur is bereikt.
Correcte instelling
Vriesvak riVesvak
InriVesvak het vriesvak kunt u diepvrieswaren bewaren, levensmiddelen bevriezen en ijsblokjes maken. De temperatuur in het vriesvak is afhankelijk van de temperatuur in het koelvak. Langdurig bewaren van levensmiddelen moet op een temperatuur van ­ 18 °C of lager gebeuren.

Vriesvaknl
Door het invriezen kunt u bederfelijke levensmiddelen gedurende lange tijd bewaren. De lage temperaturen vertragen of stoppen het bederven. De tijd die nodig is om verse levensmiddelen volledig diep te vriezen is afhankelijk van verschillende factoren: ¡ Ingestelde temperatuur ¡ Levensmiddel (grootte en soort) ¡ Bewaarde hoeveelheid ¡ Reeds bewaarde hoeveelheid le-
vensmiddelen
Deur van het vriesvak
Om ervoor te zorgen dat diepvrieswaren niet ontdooien en het vriesvak niet te sterk verijst, dient u de deur van het vriesvak altijd te sluiten. Aanwijzing Als u de deur van het vriesvak sluit, klikt deze hoorbaar vast.
Invriescapaciteit
Het invriesvermogen geeft aan welke hoeveelheid levensmiddelen in hoeveel uur tot in de kern kan worden ingevroren. Informatie over het invriesvermogen vindt u op het typeplaatje. Afb. 1 /
5
Voorwaarden voor invriesvermogen Bij het inladen van verse levens-
middelen, Supervriezen inschakelen. “Supervriezen inschakelen”, Pagina 122
Tips voor het inkopen van diepvrieskost
Neem de tips in acht als u diepvrieskost inkoopt. ¡ Op onbeschadigde verpakking let-
ten.
123

nlVriesvak ¡ Op de houdbaarheidsdatum letten. ¡ De temperatuur in de supermarkt-
vriezer moet ­18 °C of kouder zijn. ¡ De diepvriesketen niet onderbreken. Diepvriesproducten liefst in een koeltas transporteren en snel in het vriesvak leggen.
Tips voor het bewaren van levensmiddelen in het vriesvak
Neem de tips in acht als u levensmiddelen in het vriesvak inruimt. ¡ De levensmiddelen over een groot
oppervlak van het vriesvak verdelen. ¡ In te vriezen levensmiddelen niet in aanraking brengen met ingevroren levensmiddelen. Indien nodig diepgevroren levensmiddelen in het vriesvak veranderen van positie.
Tips voor het bevriezen van verse levensmiddelen
Neem de tips in acht als u verse levensmiddelen invriest. ¡ Alleen verse en onberispelijke le-
vensmiddelen bevriezen. ¡ Voor het verbruik gekookte, gebra-
den of gebakken levensmiddelen zijn geschikter dan rauw te eten levensmiddelen. ¡ Om voedingswaarde, aroma en kleur te behouden, moet u bepaalde levensmiddelen voorbereiden om in te vriezen. ­ Groente: wassen, kleiner maken,
blancheren. ­ Fruit: wassen, ontpitten en even-
tueel schillen, eventueel suiker of ascorbinezuuroplossing toevoegen. Meer aanwijzingen vindt u in de desbetreffende literatuur.
124

Over het invriezen van geschikte levensmiddelen ¡ Brood en banket ¡ Vis en zeevruchten ¡ Vlees ¡ Wild en gevogelte ¡ Groente, fruit en kruiden ¡ Eieren zonder schaal ¡ Melkproducten, bijv. kaas, boter en
kwark ¡ Bereide gerechten en kliekjes, zo-
als soep, stoofschotels, gaar vlees en gare vis, aardappelgerechten, ovenschotels en zoete toetjes
Over het invriezen van ongeschikte levensmiddelen ¡ Groentesoorten die meestal rauw
worden gegeten, zoals kropsla en radijsjes ¡ Ongepelde of hardgekookte eieren ¡ Wijndruiven/druiven ¡ Hele appels, peren en perziken ¡ Yoghurt, dikke zure melk, zure room, crème fraîche en mayonaise
Diepvrieswaren verpakken Als u geschikt verpakkingsmateriaal en de juiste soort verpakking kiest, kunt u de productkwaliteit in hoge mate behouden en vriesbrand vermijden. 1. De levensmiddelen in de verpak-
king leggen. Geschikte verpakking: ­ Kunststoffolie van polyethyleen ­ Buisfolie van polyethyleen ­ Diepsvrieszakjes van polyethy-
leen ­ Diepvriesdozen Niet geschikt als verpakking: ­ (in)pakpapier ­ Perkamentpapier ­ Cellofaan ­ Aluminiumfolie ­ Vuilniszakken en gebruikte plas-
tic zakken

2. De lucht eruit drukken. 3. De verpakking luchtdicht afsluiten
om te voorkomen dat de levensmiddelen hun smaak verliezen of uitdrogen. Geschikte afsluitingen: ­ Rubberringen ­ Kunststofclips ­ Koudebestendig plakband 4. De verpakking met de inhoud van de invriesdatum voorzien.

Houdbaarheid van de diepvrieswaren bij -18 °C

Neem de bewaartijden in acht als u levensmiddelen invriest.

Levensmiddel Vis, worst, klaargemaakte gerechten, brood en banket Gevogelte, vlees Groente, fruit

Bewaartijd Tot 6 maanden
Tot 8 maanden Tot 12 maanden

Ontdooimethodes voor diepvrieswaren
Om de productkwaliteit zo goed mogelijk te behouden, de ontdooimethode aan levensmiddel en gebruiksdoel aanpassen.

VOORZICHTIG Gezondheidsrisico! Bij het ontdooien kan er bacterievorming optreden en kunnen de diepvrieswaren bederven. Half of geheel ontdooide diepvries-
waren niet opnieuw invriezen. Het voedsel pas na het koken of
braden opnieuw invriezen. De maximale bewaartijd niet meer
ten volle benutten.

Ontdooiennl

Ontdooimethode Koelvak
Omgevingstemperatuur Magnetron
Oven of fornuis

Levensmiddel Dierlijke levensmiddelen, zoals vis, vlees, kaas, kwark Brood
Levensmiddelen voor directe consumptie of directe toebereiding Levensmiddelen voor directe consumptie of directe toebereiding

Ontdooien Oniodet
Houdt Oniodet u de informatie aan, wanneer u uw apparaat wilt ontdooien.
Ontdooien in het koelvak.
Tijdens het gebruik vormen zich op de achterwand van het koelvak afhankelijk van de werking waterdruppels of rijp. De achterwand van het koelvak ontdooit automatisch. Dooiwater of rijp loopt via de dooiwatergoot in het afvoergat naar de verdampingsschaal en moeten niet worden afgeveegd. Neem de volgende informatie in acht om ervoor te zorgen dat dooiwater kan weglopen en geurvorming wordt vermeden: “De dooiwatergoot en het afvoergat reinigen.”, Pagina 127.
Ontdooien in het vriesvak
Omdat de diepvrieswaren niet mogen ontdooien, ontdooit het vriesvak niet automatisch. Een laag rijp in het

125

nlReiniging en onderhoud
vriesvak vermindert de afgifte van koude aan de diepvrieswaren en verhoogt het energieverbruik.
Vriesvak ontdooien Het vriesvak regelmatig ontdooien. 1. Ca. 4 uur voor het ontdooien Su-
pervriezen inschakelen. “Supervriezen inschakelen”, Pagina 122 De levensmiddelen bereiken hierdoor heel lage temperaturen en u kunt de levensmiddelen langer op kamertemperatuur bewaren. 2. De diepvrieswaren verwijderen en op een koele plaats bewaren. Koude-accu’s, indien voorhanden, op de dievrieswaren leggen. 3. “Het apparaat uitschakelen.” Pagina 121 4. Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact. De stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken of de zekering in de meterkast uitschakelen. 5. Om het ontdooien te versnellen, een pan met heet water op een onderzetter in het vriesvak zetten. 6. Het dooiwater met een zachte doek of een spons opvegen. 7. Het vriesvak met een zachte, droge doek droogwrijven. 8. Het apparaat elektrisch aansluiten. 9. “Het apparaat inschakelen.” Pagina 121 10.”De diepvrieswaren inladen.” Pagina 124

Reiniging Ridruohneg en onderhoud
Reinig Ridruohneg en onderhoud uw apparaat zorgvuldig om er voor te zorgen dat het lang goed blijft werken. De reiniging van ontoegankelijke plaatsen moet door de servicedienst worden uitgevoerd. Aan de reiniging door de servicedienst kunnen kosten verbonden zijn.
Apparaat voorbereiden voor reiniging
Informatie over de wijze waarop u uw apparaat voorbereid voor reiniging 1. “Het apparaat uitschakelen.”
Pagina 121 2. Haal de stekker van het apparaat
uit het stopcontact. De stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken of de zekering in de meterkast uitschakelen. 3. Haal alle levensmiddelen uit het apparaat en bewaar deze op een koele plek. Indien beschikbaar koelelementen op de levensmiddelen leggen. 4. Als een rijplaag voorhanden is, deze laten ontdooien. 5. “Neem alle uitrustingsdelen uit het apparaat.” Pagina 127

126

Apparaat schoonmaken
Maak het apparaat schoon zoals voorgeschreven, zodat het niet door een verkeerde reiniging of ongeschikte schoonmaakmiddelen beschadigd raakt.
WAARSCHUWING Gevaar voor een elektrische schok! ¡ Binnendringend vocht kan een
schok veroorzaken. Geen stoomreiniger of hoge-
drukreiniger gebruiken om het apparaat te reinigen. ¡ Vloeistof in de verlichting kan gevaarlijk zijn. Het sop mag niet in de verlichting terechtkomen. LET OP! ¡ Ongeschikte reinigingsmiddelen kunnen de oppervlakken van het apparaat beschadigen. Geen harde schuur- of afwassponsjes gebruiken. Geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen gebruiken. Geen sterk alcoholhoudende reinigingsmiddelen gebruiken. ¡ Wanneer u uitrustingsdelen en accessoires in de vaatwasser reinigt, kunnen deze vervormen of verkleuren. Reinig nooit plateaus en houders in de vaatwasser. 1. “Apparaat voorbereiden voor reiniging.” Pagina 126 2. Het apparaat, de uitrustingsdelen en de deurafdichting met een vaatdoek, lauwwarm water en een beetje pH-neutraal afwasmiddel reinigen. 3. Met een zachte, droge doek grondig nadrogen. 4. Plaats de uitrustingsdelen in het apparaat.

Reiniging en onderhoudnl 5. Het apparaat elektrisch aansluiten. 6. “Het apparaat inschakelen.”
Pagina 121 7. Doe de levensmiddelen in het ap-
paraat.
De dooiwatergoot en het afvoergat reinigen.
Reinig de dooiwatergoot en het afvoergat regelmatig, om ervoor te zorgen dat het dooiwater kan weglopen. 1. Haal de schuiflade uit het appa-
raat. “Schuiflade verwijderen”, Pagina 128 2. Reinig de dooiwatergoot en het afvoergat voorzichtig, bijv. met een wattenstaafje. Afb. 4
Ventilatierooster reinigen
1. Verwijder het ventilatierooster voor het reinigen. Duw de klemmen in de ventilatie-openingen naar onder en trek tegelijkertijd het ventilatierooster naar voren los. Afb. 5
2. Reinig het ventilatierooster met een vaatdoek een lauw zeepsopje.
3. Laat het ventilatierooster volledig drogen en plaats het terug.
Onderdelen eruit halen
Neem wanneer u de uitrustingsdelen grondig wilt reinigen deze uit het apparaat. Plateau verwijderen Til het plateau omhoog, trek het er
uit, laten zakken en zijwaarts naar buiten draaien. Afb. 6
127

nlReiniging en onderhoud Deurrek verwijderen Het deurrek omhoog tillen en ver-
wijderen Afb. 7 Schuiflade verwijderen Schuiflade iets optillen en eruit halen. Afb. 8 Fruit- en groentelade met deksel verwijderen 1. De lade met deksel optillen. 2. De lade naar voren er uit trekken. Afb. 9
128

Storingen verhelpennl

Storingen verhelpen evrngtioSlhp
Kleinere evrngtioSlhp storingen aan het apparaat kunt u zelf verhelpen. Raadpleeg voordat u contact opneemt met de klantenservice de informatie over het verhelpen van storingen. Zo voorkomt u onnodige kosten.

WAARSCHUWING Gevaar voor een elektrische schok! Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties aan het apparaat
uitvoeren. Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen worden gebruikt voor repa-
ratie van het apparaat. Als het netsnoer van dit apparaat beschadigd raakt, moet het ter vermijding
van risico’s worden vervangen door de fabrikant, de servicedienst of een andere gekwalificeerde persoon.

Functiestoringen

Storing Apparaat werkt niet.
Er brandt geen enkele indicatie.

Oorzaak De stekker zit niet goed in het stopcontact. De zekering is geactiveerd.
De stroom is uitgevallen.

LED-verlichting functioneert Lamp is defect. niet.

De lichtschakelaar klemt.

Verhelpen van storingen Sluit de stekker aan.
Controleer de zekeringen. 1. Controleer of er stroom is. 2. Koude-accu’s, indien voorhanden,
op de dievrieswaren leggen. 1. “Schakel het apparaat uit.”
Pagina 121 2. Koppel het apparaat los van de voe-
dingspanning. Haal stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken of schakel de zekering in de meterkast uit. 3. Trek het afdekrooster naar voren. 4. Vervang het lampje. Vervangend lampje: 220­240 V wisselstroom, fitting E14, zie defect lampje voor het wattage. Afb. 10 Controleer of de lichtschakelaar gemakkelijk beweegt. Afb. 11

129

nlStoringen verhelpen

Storing

Oorzaak

Verhelpen van storingen

De koelmachine schakelt va- Apparaatdeur werd vaak ge- Open de apparaatdeur niet onno-

ker en langer in.

opend.

dig.

De ventilatieopeningen zijn Verwijder blokkades voor de venti-

afgedekt.

latie-openingen

Bodem van het koelvak is De dooiwatergoot of het af- “De dooiwatergoot en het afvoergat

nat.

voergat is verstopt.

reinigen.” Pagina 127

Temperatuurprobleem

Storing

Oorzaak

Temperatuur wijkt erg af van Verschillende oorzaken zijn

de instelling.

mogelijk.

Verhelpen van storingen 1. “Schakel het apparaat uit.”
Pagina 121 2. “Schakel het apparaat na ca. 5 mi-
nuten opnieuw in.” Pagina 121 Als de temperatuur te hoog is, controleer dan de temperatuur na een paar uur opnieuw. Als de temperatuur te laag is, controleer de temperatuur dan de volgende dag opnieuw.

Geluiden
Storing Apparaat bromt.
Apparaat borrelt, zoemt of gorgelt. Apparaat klikt.
Apparaat produceert geluiden.

Oorzaak

Verhelpen van storingen

Geen storing. Een motor draait, bijv. koelaggregaat, ventilator.

Geen handeling vereist.Geen handeling vereist.

Geen storing. Er stroomt koudemiddel door de buizen.

Geen handeling vereist.Geen handeling vereist.

Geen storing. Motor, schake- Geen handeling vereist.Geen handelaars of magneetventielen ling vereist. schakelen in- of uit.

Het apparaat staat niet wa- Stel het apparaat horizontaal met

terpas.

behulp van een waterpas. Leg er zo

nodig iets onder.

Uitrustingsdelen wiebelen of Controleer de uitneembare uitrus-

klemmen.

tingsdelen en zet ze eventueel op-

nieuw in het apparaat.

130

Storingen verhelpennl

Storing Apparaat produceert geluiden.

Oorzaak Flessen of containers raken elkaar.
Supervriezen is ingeschakeld.

Verhelpen van storingen Haal flessen of containers van el-
kaar.
Geen handeling vereist.Geen handeling vereist.

Geurtjes

Storing Het apparaat ruikt onaangenaam.

Oorzaak Verschillende oorzaken zijn mogelijk.

Verhelpen van storingen 1. “Bereide het apparaat voor om te
reinigen.” Pagina 126 2. “Reinig het apparaat.”
Pagina 127 3. Reinig alle levensmiddelenverpak-
kingen. 4. Verpak sterk ruikende levensmid-
delen luchtdicht om geurvorming te voorkomen. 5. Controleer na 24 uur opnieuw of er luchtjes zijn ontstaan.

131

nlOpslaan en afvoeren
Opslaan en afvoeren Oslpaenfvro
Hier Oslpaenfvro krijgt u uitleg over de manier waarop u het apparaat voorbereidt voor de opslag. Daarnaast leggen we u uit hoe u oude apparaten dient af te voeren.
Apparaat buiten gebruik stellen
1. “Het apparaat uitschakelen.” Pagina 121
2. Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact. De stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken of de zekering in de meterkast uitschakelen.
3. “Het apparaat ontdooien.” Pagina 125
4. “Het apparaat reinigen.” Pagina 127
5. Laat de deur van het apparaat open.
Afvoeren van uw oude apparaat
Door een milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle grondstoffen opnieuw worden gebruikt.
WAARSCHUWING Gezondheidsrisico! Kinderen kunnen zich in het apparaat opsluiten en in levensgevaar geraken. Om te voorkomen dat kinderen in
het apparaat kruipen legplateaus en lades niet uit het apparaat nemen. Kinderen uit de buurt van een afgedankt apparaat houden.
132

WAARSCHUWING Risico van brand! Bij beschadiging van de leidingen kunnen brandbaar koudemiddel en schadelijke gassen ontsnappen en ontsteken. De buizen van de koudemiddel-
kringloop en de isolatie niet beschadigen. Het apparaat milieuvriendelijk afvoeren.
Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical and electronic equipment – WEEE). De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU geldige terugneming en verwerking van oude apparaten.
Servicedienst tsnidecrSv
Als tsnidecrSv u vragen hebt, een storing aan het apparaat niet zelf kunt verhelpen of als het apparaat moet worden gerepareerd, neem dan contact op met onze servicedienst. Veel problemen kunt u via de informatie voor het verhelpen van storingen in deze gebruiksaanwijzing of op onze website zelf verhelpen. Als dit niet het geval is, neem dan contact op met onze servicedienst. We vinden altijd een passende oplossing en proberen onnodig bezoek van de servicetechnicus te vermijden. We zorgen ervoor dat het apparaat zowel binnen de garantieperiode als na het verstrijken van de fabrieksgarantie met originele reserveonderdelen door geschoolde servicetechnici wordt gerepareerd.

Om veiligheidsredenen mag alleen geschoold vakpersoneel reparaties aan het apparaat uitvoeren. De garantieclaim vervalt indien reparaties of ingrepen worden uitgevoerd door personen die daartoe niet door ons zijn gemachtigd, dan wel indien onze apparaten worden voorzien van vervangende onderdelen, aanvullende onderdelen of accessoires die geen originele onderdelen zijn en daardoor een defect wordt veroorzaakt. Originele vervangende onderdelen die relevant zijn voor de werking in overeenstemming met de desbetreffende Ecodesign-verordening kunt u voor de duur van ten minste 10 jaar vanaf het moment van in de handel brengen van het apparaat binnen de Europese Economische Ruimte bij onze servicedienst verkrijgen. Aanwijzing Het inschakelen van de servicedienst is in het kader van de plaatselijk geldende fabrieksgarantievoorwaarden gratis. De minimumduur van de garantie (fabrieksgarantie voor particuliere gebruikers) in de Europese Economische Ruimte bedraagt 2 jaar in overeenstemming met de geldende plaatselijke garantievoorwaarden. De garantievoorwaarden doen geen afbreuk aan eventuele andere rechten of claims die u op grond van het plaatselijke recht heeft. Gedetailleerde informatie over de garantieperiode en garantievoorwaarden in uw land kunt u opvragen bij onze servicedienst, uw dealer of op onze website. Als u contact opneemt met de servicedienst, hebt u het productnummer (E-Nr.) en het productienummer (FD) van het apparaat nodig.

Technische gegevensnl De contactgegevens van de servicedienst vindt u in de meegeleverde servicedienstlijst of op onze website.
Productnummer (E-nr.) en productienummer (FD)
Het productnummer (E-Nr.) en het productienummer (FD) vindt u op het typeplaatje van het apparaat. Afb. 1 / 5 Om uw apparaatgegevens en de servicedienst-telefoonnummers snel terug te kunnen vinden, kunt u de gegevens noteren.
Technische snevghciT gegevens
Koudemiddel, snevghciT netto inhoud en overige technische gegevens bevinden zich op het typeplaatje. Afb. 1 / 5 Overige informatie over uw model vindt u op het internet onder https:// energylabel.bsh-group.com1. Dit webadres bevat een link naar de officiële EU-productdatabase EPREL, waarvan de URL ten tijde van het drukken nog niet was gepubliceerd. Volg dan de aanwijzingen bij het zoeken naar het model op. De modelidentificatie bestaat uit het teken voor de slash van het E-nummer (E-Nr.) op het typeplaatje. Alternatief vindt u de modelidentificatie ook in de eerste regel van het EU-energielabel.

1 Geldt alleen voor landen in de Europese Economische Ruimte 133

References

Read User Manual Online (PDF format)

Read User Manual Online (PDF format)  >>

Download This Manual (PDF format)

Download this manual  >>

Related Manuals