TOSHIBA MCY-MHP0806HS8-E Air Conditioner Multi Type Owner’s Manual

June 12, 2024
Toshiba

MCY-MHP0806HS8-E Air Conditioner Multi Type

AIR CONDITIONER (MULTI TYPE)

Owner’s Manual

Outdoor Unit

Model name: Heat Pump Model

Models: MCY-MHP0806HS8-E, MCY-MHP1006HS8-E

For commercial use

Originele instructie

GEBRUIK VAN NIEUW KOELMIDDEL

Om aantasting van de ozonlaag te voorkomen, wordt voor deze
airconditioner een nieuw koelmiddel gebruikt, namelijk HFC (R410A)
in plaats van het conventionele koelmiddel R22.

Dit apparaat kan door kinderen vanaf acht jaar en door
personen met een verminderd fysiek, zintuiglijk of mentaal vermogen
of gebrek aan ervaring en kennis worden gebruikt, mits ze onder
toezicht staan of instructies hebben ontvangen omtrent het veilig
gebruik van het apparaat en ze begrijpen welke gevaren het gebruik
met zich meebrengt. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet zonder toezicht door
kinderen worden uitgevoerd.

Gebruikershandleiding

Inhoud:

NL-1, NL-2, ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES NL ES ES ES ES ES
ES ES ES ES ES ES ES

Lees deze instructies aandachtig door en zorg dat u ze
begrijpt. De instructies bevatten belangrijke informatie conform de
Machinerichtlijn (Richtlijn 2006/42/EC).

Algemene benaming: Airconditioner

Definitie van een gekwalificeerde installateur of
gekwalificeerde onderhoudsmonteur

Agent

Gekwalificeerde installateur

Kwalificaties en kennis waarover de agent moet
beschikken

Gebruikershandleiding

Gekwalificeerde onderhoudsmonteur

NL-3, NL-4

Waarschuwingsindicaties op de airconditioner

  • Waarschuwingsindicatie: WARNING ELECTRICAL
    SHOCK HAZARD
    Disconnect all remote electric power supplies before
    servicing.

  • Waarschuwingsindicatie: Moving parts. Do not
    operate unit with grille removed. Stop the unit before the
    servicing.

  • Waarschuwingsindicatie: High temperature
    parts. You might get burned when removing this panel.

  • Waarschuwingsindicatie: Do not touch the
    aluminum fins of the unit. Doing so may result in injury.

Omschrijving:

  • WAARSCHUWING GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE
    SCHOKKEN

    Koppel alle externe voedingsbronnen los voordat u
    onderhoudswerkzaamheden uitvoert.

  • WAARSCHUWING
    Bewegende onderdelen. Bedien de unit niet wanneer het rooster is
    verwijderd. Stop de unit voordat er onderhoudswerkzaamheden worden
    uitgevoerd.

  • OPGELET
    Onderdelen met een hoge temperatuur. Wanneer dit paneel wordt
    verwijderd, loopt u het risico op brandwonden.

  • OPGELET
    Raak de aluminium vinnen van de unit niet aan. Dit kan tot
    verwondingen leiden.

  • CAUTION BURST HAZARD
    Open the service valves before the operation, otherwise there might
    be the burst. Refrigerant recovery during operation is
    prohibited.

  • CAUTION
    Do not climb onto the top side. Doing so may result in injury.

Gebruikershandleiding

NL-5, NL-6

1 Veiligheidsvoorschriften

De fabrikant aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid voor
schade als gevolg van het niet opvolgen van de instructies in deze
handleiding.

WAARSCHUWING

vast aan de banden rond de doos. Wanneer de banden breken, kan
dit leiden tot letsel.

NL-7

Product Usage Instructions:

  1. Read and understand the user manual before using the air
    conditioner.

  2. Ensure the air conditioner is installed by a qualified
    installer or maintenance technician.

  3. For commercial use only.

  4. This air conditioner uses HFC (R410A) as a refrigerant instead
    of the conventional R22 to prevent ozone layer depletion.

  5. This device can be used by children aged eight years and older,
    as well as individuals with reduced physical, sensory, or mental
    abilities or lack of experience and knowledge, provided they are
    supervised or have received instructions on the safe use of the
    device and understand the associated risks. Children should not
    play with the device. Cleaning and user maintenance should not be
    performed by children without supervision.

  6. Follow the safety warnings and indications provided on the air
    conditioner:

    • Disconnect all remote electric power supplies before servicing
      to avoid electrical shock hazards.

    • Do not operate the unit with the grille removed. Stop the unit
      before servicing.

    • Be cautious of high temperature parts and avoid touching them
      to prevent burns.

    • Avoid touching the aluminum fins of the unit to prevent
      injuries.

    • Open the service valves before operation to avoid burst
      hazards. Refrigerant recovery during operation is prohibited.

    • Do not climb onto the top side of the unit to prevent
      injuries.

  7. The manufacturer is not responsible for any damages resulting
    from non-compliance with the instructions in this manual.

AIR CONDITIONER (MULTI TYPE)
Owner’s Manual

Outdoor Unit
Model name:
Heat Pump Model
MCY-MHP0806HS8-E MCY-MHP1006HS8-E

For commercial use

DHV2 3 0 7 2 0 1 – 0 3
English Español Français Italiano Deutsch Português Polski Cesky Hrvatski Magyar Türkçe Nederlands Svenska Suomi Norsk Dansk Românã Eesti Latviski Slovenèina Slovensèina

Originele instructie
Hartelijk dank voor uw aankoop van deze airconditioner van TOSHIBA. Lees deze gebruikshandleiding zorgvuldig door voordat u uw airconditioner in gebruik neemt. · Zorg ervoor dat u de “Gebruikershandleiding” en “Installatiehandleiding” van de installateur (of dealer)
ontvangt. Verzoek aan de installateur of dealer · Leg de inhoud van de gebruikershandleiding duidelijk uit en overhandig de handleiding aan de klant.

­ 1 ­

GEBRUIK VAN NIEUW KOELMIDDEL
Om aantasting van de ozonlaag te voorkomen, wordt voor deze airconditioner een nieuw koelmiddel gebruikt, namelijk HFC (R410A) in plaats van het conventionele koelmiddel R22.

Dit apparaat kan door kinderen vanaf acht jaar en door personen met een verminderd fysiek, zintuiglijk of mentaal vermogen of gebrek aan ervaring en kennis worden gebruikt, mits ze onder toezicht staan of instructies hebben ontvangen omtrent het veilig gebruik van het apparaat en ze begrijpen welke gevaren het gebruik met zich meebrengt. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet zonder toezicht door kinderen worden uitgevoerd.

Gebruikershandleiding
Inhoud
1 Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 2 Benaming van de onderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 3 Onderdeelnamen en functies van de afstandsbediening . . . . . . . . . 11 4 Correct gebruik. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 5 De timer gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 6 Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 7 Opmerkingen over de werking en prestaties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 8 Lamelrichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 9 Tips voor een zuinige werking en comfortabele prestaties . . . . . . . 21 10 Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 11 Wanneer de volgende symptomen zich voordoen . . . . . . . . . . . . . . 24 12 Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26

NL-1

NL-2

ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES NL ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES

Lees deze instructies aandachtig door en zorg dat u ze begrijpt. De instructies bevatten belangrijke informatie conform de “Machinerichtlijn” (Richtlijn 2006/42/EC).

Algemene benaming: Airconditioner

Definitie van een gekwalificeerde installateur of gekwalificeerde onderhoudsmonteur
De airconditioner moet worden geïnstalleerd, onderhouden, gerepareerd en verwijderd door een gekwalificeerde installateur of een gekwalificeerde onderhoudsmonteur. Wanneer een van deze werkzaamheden moet worden uitgevoerd, vraagt u een gekwalificeerde installateur of onderhoudsmonteur om dit voor u te doen. Een gekwalificeerde installateur of onderhoudsmonteur is een agent die over de kwalificaties en kennis beschikt zoals wordt beschreven in de onderstaande tabel.

Agent
Gekwalificeerde installateur

Kwalificaties en kennis waarover de agent moet beschikken
· De gekwalificeerde installateur is een persoon die de airconditioners van Toshiba Carrier Corporation installeert, onderhoudt, verplaatst en verwijdert. Hij of zij is opgeleid om de airconditioners die door Toshiba Carrier Corporation worden gemaakt, te installeren, te onderhouden, te verplaatsen en te verwijderen of deze persoon heeft instructies met betrekking tot dergelijke werkzaamheden ontvangen van een of meer individuen die hiertoe zijn opgeleid en dus over de vereiste kennis beschikken voor het uitvoeren van deze werkzaamheden.
· De gekwalificeerde installateur die bevoegd is om de elektrische installatiewerkzaamheden in verband met de installatie, verplaatsing en verwijdering uit te voeren, beschikt over de vereiste kwalificaties voor deze werkzaamheden zoals vastgelegd in de lokale wet- en regelgeving en hij of zij is opgeleid om de elektrische installatiewerkzaamheden aan de airconditioners van Toshiba Carrier Corporation uit te voeren of deze persoon heeft instructies met betrekking tot dergelijke werkzaamheden ontvangen van een of meer individuen die hiertoe zijn opgeleid en dus over de vereiste kennis beschikken voor het uitvoeren van deze werkzaamheden.
· De gekwalificeerde installateur die bevoegd is om de installatie van koelmiddel te voorzien en het leidingwerk te verrichten in verband met de installatie, verplaatsing en verwijdering, beschikt over de vereiste kwalificaties voor deze werkzaamheden zoals vastgelegd in de lokale wet- en regelgeving en hij of zij is opgeleid om de airconditioners van Toshiba Carrier Corporation van koelmiddel te voorzien en het leidingwerk voor deze airconditioners te verrichten of deze persoon heeft instructies met betrekking tot dergelijke werkzaamheden ontvangen van een of meer individuen die hiertoe zijn opgeleid en dus over de vereiste kennis beschikken voor het uitvoeren van deze werkzaamheden.
· De gekwalificeerde installateur die bevoegd is om op hoogte te werken, is opgeleid om op hoogte met de airconditioners van Toshiba Carrier Corporation te werken of deze persoon heeft instructies met betrekking tot dergelijke werkzaamheden ontvangen van een of meer individuen die hiertoe zijn opgeleid en dus over de vereiste kennis beschikken voor het uitvoeren van deze werkzaamheden.

Gebruikershandleiding

Gekwalificeerde onderhoudsmonteur

· De gekwalificeerde onderhoudsmonteur is een persoon die de airconditioners van Toshiba Carrier Corporation installeert, repareert, onderhoudt, verplaatst en verwijdert. Hij of zij is opgeleid om de airconditioners die door Toshiba Carrier Corporation worden gemaakt, te installeren, te repareren, te onderhouden, te verplaatsen en te verwijderen of deze persoon heeft instructies met betrekking tot dergelijke werkzaamheden ontvangen van een of meer individuen die hiertoe zijn opgeleid en dus over de vereiste kennis beschikken voor het uitvoeren van deze werkzaamheden.
· De gekwalificeerde onderhoudsmonteur die bevoegd is om de elektrische installatiewerkzaamheden in verband met de installatie, reparatie, verplaatsing en verwijdering uit te voeren, beschikt over de vereiste kwalificaties voor deze werkzaamheden zoals vastgelegd in de lokale wet- en regelgeving en hij of zij is opgeleid om de elektrische installatiewerkzaamheden aan de airconditioners van Toshiba Carrier Corporation uit te voeren of deze persoon heeft instructies met betrekking tot dergelijke werkzaamheden ontvangen van een of meer individuen die hiertoe zijn opgeleid en dus over de vereiste kennis beschikken voor het uitvoeren van deze werkzaamheden.
· De gekwalificeerde onderhoudsmonteur die bevoegd is om de installatie van koelmiddel te voorzien en het leidingwerk te verrichten in verband met de installatie, reparatie, verplaatsing en verwijdering, beschikt over de vereiste kwalificaties voor deze werkzaamheden zoals vastgelegd in de lokale wet- en regelgeving en hij of zij is opgeleid om de airconditioners van Toshiba Carrier Corporation van koelmiddel te voorzien en het leidingwerk voor deze airconditioners te verrichten of deze persoon heeft instructies met betrekking tot dergelijke werkzaamheden ontvangen van een of meer individuen die hiertoe zijn opgeleid en dus over de vereiste kennis beschikken voor het uitvoeren van deze werkzaamheden.
· De gekwalificeerde onderhoudsmonteur die bevoegd is om op hoogte te werken, is opgeleid om op hoogte met de airconditioners van Toshiba Carrier Corporation te werken of deze persoon heeft instructies met betrekking tot dergelijke werkzaamheden ontvangen van een of meer individuen die hiertoe zijn opgeleid en dus over de vereiste kennis beschikken voor het uitvoeren van deze werkzaamheden.

NL-3

­ 2 ­

NL-4

­ 3 ­

Waarschuwingsindicaties op de airconditioner

Waarschuwingsindicatie
WARNING ELECTRICAL SHOCK HAZARD
Disconnect all remote electric power supplies before servicing.
WARNING
Moving parts. Do not operate unit with grille removed. Stop the unit before the servicing.
CAUTION
High temperature parts. You might get burned when removing this panel.
CAUTION
Do not touch the aluminum fins of the unit. Doing so may result in injury.

Omschrijving
WAARSCHUWING GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN Koppel alle externe voedingsbronnen los voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
WAARSCHUWING Bewegende onderdelen. Bedien de unit niet wanneer het rooster is verwijderd. Stop de unit voordat er onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd.
OPGELET Onderdelen met een hoge temperatuur Wanneer dit paneel wordt verwijderd, loopt u het risico op brandwonden.
OPGELET Raak de aluminium vinnen van de unit niet aan. Dit kan tot verwondingen leiden.

CAUTION BURST HAZARD
Open the service valves before the operation, otherwise there might be the burst. Refrigerant recovery during operation is prohibited.
CAUTION Do not climb onto the top side.
Doing so may result in injury.

Gebruikershandleiding
OPGELET BARSTGEVAAR Open eerst de servicekleppen voordat u enige werkzaamheden uitvoert, anders kan er barstgevaar ontstaan. Er mag geen koelmiddel worden verwijderd tijdens de werkzaamheden.
OPGELET Klim niet op de bovenkant. Dit kan tot verwondingen leiden.

NL-5

NL-6

1 Veiligheidsvoorschriften
De fabrikant aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid voor
schade als gevolg van het niet opvolgen van de instructies in deze
handleiding.
WAARSCHUWING
Algemeen · Lees de gebruikshandleiding aandachtig door voordat u de
airconditioner start. Er zijn tal van belangrijke dingen waar voor het dagelijks gebruik rekening mee moet worden gehouden. · Vraag de dealer of een professional om de installatie uit te voeren. Alleen een gekwalificeerde installateur kan een airconditioner installeren. Als de airconditioner wordt geïnstalleerd door een persoon die niet over de juiste kwalificaties beschikt, kan dit tot problemen als brand, elektrische schokken, letsel, waterlekkage, lawaai en trillingen leiden. · Gebruik voor het bijvullen of vervangen van het koelmiddel uitsluitend het gespecificeerde koelmiddel. Er kan anders een abnormaal hoge druk in de koelcyclus worden opgebouwd, waardoor het product mogelijk niet naar behoren functioneert, kan ontploffen of lichamelijk letsel kan veroorzaken. · Plaatsen waar het bedrijfsgeluid van de buitenunit overlast kan veroorzaken. (Met name op de erfscheiding met de buren. Houd bij het installeren van de airconditioner rekening met het geluid.) · Dit toestel is bedoeld voor gebruik door ervaren of opgeleide gebruikers in winkels, in lichte industrie of voor commercieel gebruik door leken.
Transport en opslag · Draag tijdens het transport van de airconditioner schoenen met
een veiligheidsneus. · Houd bij het vervoeren van de airconditioner, de airconditioner niet
vast aan de banden rond de doos. Wanneer de banden breken, kan dit leiden tot letsel.

NL-7

­ 4 ­

Gebruikershandleiding
· Wanneer u de dozen voor transport- of opslagdoeleinden stapelt, moet u de veiligheidsvoorschriften op de dozen in acht nemen. Als u de veiligheidsvoorschriften niet in acht neemt, kan de stapel omvallen.
· U moet ervoor zorgen dat de airconditioner in een stabiele toestand wordt vervoerd. Als enig deel van het product defect of beschadigd is, neemt u contact op met uw dealer.
· Gebruik een vorkheftruck om de airconditioner te verplaatsen. Verplaats de unit met 6 personen als deze met de hand moet worden verplaatst.
Installatie · Alleen een gekwalificeerde installateur of onderhoudsmonteur mag
elektrische werkzaamheden aan de airconditioner uitvoeren. Deze werkzaamheden mogen in geen enkel geval worden uitgevoerd door een niet-gekwalificeerde persoon. Als de werkzaamheden niet naar behoren worden uitgevoerd, kan dit leiden tot elektrische schokken en/of stroomverlies. · Vraag de installateur nadat installatiewerkzaamheden zijn voltooid, waar de stroomonderbrekers zich bevinden. In geval van problemen met de airconditioner, zet u de stroomonderbreker in de UIT-stand en neemt u contact op met een onderhoudsmonteur. · Wanneer de unit in een kleine ruimte wordt geïnstalleerd, moet u maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat zelfs in het geval van lekkage de toegestane concentratielimiet niet wordt overschreden. Raadpleeg de dealer bij wie u de airconditioner hebt gekocht, wanneer u de maatregelen implementeert. De accumulatie van een hoge concentratie koelmiddel kan leiden tot een zuurstoftekort. · Installeer de airconditioner niet op een plaats waar brandbare gassen kunnen vrijkomen. Wanneer er brandbaar gas vrijkomt en dit zich ophoopt in de buurt van de unit, kan er brand ontstaan.
NL-8

ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES NL ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES

­ 5 ­

Gebruikershandleiding

· Gebruik uitsluitend producten die voldoen aan de specificaties van bedrijf. Het gebruik van niet-gespecificeerde producten kan leiden tot brand, elektrische schokken, waterlekkage enz. Laat de installatie over aan een vakman.
· Controleer of de installatie goed is geaard.
Installatie van een aardlekschakelaar · Installeer een aardlekschakelaar die voldoet aan de bepalingen in
de lokale voorschriften en wetten. · De aardlekschakelaar moet een overstroombeveiliging en een
lekkagepreventiefunctie hebben die handmatig kunnen worden gereset.
Bediening · Voordat u het inlaatrooster van de binnenunit of het servicepaneel
van de buitenunit opent, plaatst u de stroomonderbreker in de UITstand. Als de stroomonderbreker niet in de UIT-stand wordt geplaatst en u in contact komt met interne onderdelen, kan dit leiden tot elektrische schokken. Alleen een gekwalificeerde installateur of onderhoudsmonteur mag het inlaatrooster van de binnenunit en het servicepaneel van de buitenunit verwijderen en de benodigde werkzaamheden uitvoeren. · Binnen in de airconditioner bevinden zich gebieden die onder hoogspanning staan en draaiende onderdelen. Verwijder het inlaatrooster van de binnenunit of het servicepaneel van de buitenunit niet. Als u dit wel doet, loopt u het risico op elektrische schokken of da uw vingers of fysiek objecten bekneld raken tussen de bewegende onderdelen. Wanneer er werkzaamheden moeten worden uitgevoerd waarbij deze onderdelen moeten worden verwijderd, neemt u contact op met een gekwalificeerde installateur of onderhoudsmonteur. · Verwijder of repareer de units niet zelf. Aangezien de unit onderdelen bevat die onder hoogspanning staan, kunt u een elektrische schok krijgen wanneer u de afdekking en hoofdunit verwijdert. · Gebruik een trapje van 50 cm of hoger om het filter van de
NL-9

binnenunit te reinigen of om andere werkzaamheden op hoogte uit te voeren. Vanwege het valgevaar en risico op letsel bij het werken op hoogte mogen dit soort werkzaamheden alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerde vakmensen. Voer dit soort werkzaamheden niet zelf uit, maar vraag een gekwalificeerde installateur of onderhoudsmonteur om dit voor u te doen. · Raak de aluminium vinnen van de buitenunit niet aan. Als u dit wel doet, kan dit tot letsel leiden. Als de vinnen om de een of andere reden moeten worden aangeraakt, trekt u eerst beschermende handschoenen en veiligheidskleding aan. · Klim niet op de buitenunit en plaats geen objecten op de unit. U kunt eraf vallen of een object kan van de unit vallen en letsel veroorzaken. · Plaats geen verbrandingstoestellen op plaatsen waar deze rechtstreeks worden blootgesteld aan de luchtstroom van de airconditioner. Als u dit wel doet, kan dit leiden tot een onvolledige verbranding. · Wanneer de airconditioner wordt gebruikt in een ruimte waar ook een verbrandingstoestel wordt gebruikt, moet u de ruimte voldoende ventileren. Een slechte ventilatie kan leiden tot zuurstoftekort. · Wanneer de airconditioning wordt gebruikt in een gesloten ruimte, moet de ruimte voldoende worden geventileerd. Een slechte ventilatie kan leiden tot zuurstoftekort. · Stel uw lichaam niet gedurende lange tijd rechtstreeks bloot aan koude lucht en koel niet te sterk. Als u dit wel doet, kan dit ten koste gaan van uw fysieke conditie en leiden tot een slechte gezondheid. · Steek nooit uw vinger of voorwerp in de luchtinlaat of -uitlaat. Aangezien de ventilator in de unit met hoge snelheid draait, kan dit letsel veroorzaken. · Als de airconditioner niet naar behoren functioneert (koelen en verwarmen), neemt u contact op met de winkel waar u de airconditioner hebt gekocht, aangezien dit kan worden veroorzaakt
NL-10

Gebruikershandleiding

ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES NL ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES

door koelmiddellekkage. Vraag de gekwalificeerde onderhoudsmonteur naar de details van de reparatie wanneer er voor de reparatie ook koelmiddel is bijgevuld. · Zorg dat u de airconditioner en de stroomonderbreker uitschakelt voordat u het apparaat reinigt. Aangezien de ventilator in de unit met hoge snelheid draait, kan dit letsel veroorzaken.
Reparatie · Wanneer u iets abnormaals merkt aan de airconditioner
(bijvoorbeeld wanneer er een fout wordt weergegeven, u een brandlucht ruikt, u abnormale geluiden hoort, de airconditioner niet koelt of verwarmt of water lekt), moet u de airconditioner niet zelf aanraken, maar schakelt u de stroomonderbreker UIT en neemt u contact op met een gekwalificeerde onderhoudsmonteur. Tref maatregelen om ervoor te zorgen dat voeding niet wordt ingeschakeld (breng in de buurt van de stroomonderbreker bijvoorbeeld de markering “defect”) totdat de gekwalificeerde onderhoudsmonteur is gearriveerd. Als u een niet goed functionerende airconditioner toch blijft gebruiken, kunnen er mechanische problemen ontstaan of kan dit leiden tot elektrische schokken enz. · Als u ontdekt dat de ventilatorkap is beschadigd, raakt u de buitenunit niet aan maar schakelt u de stroomonderbreker UIT en neemt u contact op met een gekwalificeerde onderhoudsmonteur om de unit te repareren. Schakel de stroomonderbreker pas weer in nadat de reparatie is voltooid. · Als u ontdekt dat het gevaar bestaat dat de binnenunit valt, raakt u de binnenunit niet aan maar schakelt u de stroomonderbreker UIT en neemt u contact op met een gekwalificeerde onderhoudsmonteur om de unit opnieuw te installeren. Schakel de stroomonderbreker pas weer in nadat de unit opnieuw is geïnstalleerd. · Als u ontdekt dat het gevaar bestaat dat de buitenunit omvalt, raakt u de binnenunit niet aan maar schakelt u de stroomonderbreker

NL-11

­ 6 ­

UIT en neemt u contact op met een gekwalificeerde installateur of onderhoudsmonteur om de unit beter vast te zetten of opnieuw te installeren. Schakel de stroomonderbreker pas weer in nadat de unit steviger is vastgezet of opnieuw is geïnstalleerd. · Pas de unit niet aan. Dit kan resulteren in brand, elektrische schokken enz.
Verplaatsen · Wanneer de airconditioner moet worden verplaatst, doe dit dan niet
zelf maar neem contact op met een gekwalificeerde installateur of onderhoudsmonteur. Wanneer de airconditioner niet goed wordt verplaatst, kan dit leiden tot elektrische schokken of brand.
OPGELET
Waarschuwingen met betrekking tot de installatie (Controleer het volgende.) · Leg een afvoerslang aan voor een goede afvoer. Een slecht afvoer
kan waterlekkage veroorzaken en kan het meubilair nat worden. · Zorg ervoor dat de airconditioner wordt aangesloten op een aparte
voeding met een nominale spanning, anders kan de unit defect raken of brand veroorzaken. · Controleer of de buitenunit is bevestigd aan het fundament. Als dit niet het geval is, kan de unit vallen of kunnen er zich andere incidenten voordoen.
Waarschuwingen met betrekking tot het gebruik · Gebruik deze airconditioner niet voor speciale doeleinden, zoals
het conserveren van voedsel, precisie-instrumenten of kunstobjecten, het fokken van dieren, in auto’s op boten enz. · Raak de schakelaars niet aan met natte vingers. Dit kan resulteren in elektrische schokken. · Wanneer de airconditioner gedurende een langere periode niet wordt gebruikt, schakelt u uit veiligheidsoverwegingen de hoofdschakelaar of de stroomonderbreker uit.
NL-12

­ 7 ­

Gebruikershandleiding

· Gebruik de airconditioner altijd binnen het gebruikstemperatuurbereik in de instructies om ervoor te zorgen dat het apparaat optimaal presteert. Als u dit niet doet, kan dit resulteren in storingen of waterlekkage.
· Zorg dat er geen vloeistof in de afstandsbediening terechtkomt. Mors geen sap, water of andere vloeistof op de afstandsbediening.
· Was de airconditioner niet. Dit kan resulteren in elektrische schokken.
· Controleer de installatiebasis na langdurig gebruik op slijtage. Wanneer er sprake is van slijtage, kan de unit omvallen en letsel veroorzaken.
· Laat geen ontvlambare sprays of ontvlambare materialen in de buurt van de airconditioner liggen en spuit de ontvlambare inhoud van een spuitbus nooit rechtstreeks in de richting van de airconditioner. Hierdoor kan brand ontstaan.
· Zorg dat u de airconditioner en de stroomonderbreker uitschakelt voordat u het apparaat reinigt. Aangezien de ventilator in de unit met hoge snelheid draait, kan dit letsel veroorzaken.
· Vraag de dealer om de airconditioner voor u te reinigen. Als de airconditioner op een onjuiste manier wordt gereinigd, kan dit schade aan de plastic onderdelen, isolatieproblemen enz. veroorzaken, wat kan leiden tot storingen. In het ergste geval kan dit leiden tot waterlekkage, elektrische schokken, rookontwikkeling en brand.
· Plaats geen voorwerpen met water, zoals een vaas, op de unit. Wanneer er water in de unit komt, kan dit leiden tot een verminderde elektrische isolatie en resulteren in elektrische schokken.

Informatie over het transport, de hantering en de opslag van de dozen
Voorbeelden van aanduidingen op de doos

Symbool

Omschrijving

Symbool

Omschrijving

Symbool

Omschrijving

Droog houden

Niet laten vallen

Niet neerleggen

Breekbaar

1 kartonnen doos

Stapelhoogte (in dit geval kunnen er 2 kartonnen dozen worden gestapeld)

Niet op deze kartonnen doos gaan staan

Deze kant boven

Niet op staan

Voorzichtig hanteren

OPGELET Kans op letsel. Niet optillen aan de banden rond de verpakking. Als de banden breken, kan dit leiden tot letsel.

NL-13

NL-14

ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES NL ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES

Binnenunits die kunnen worden aangesloten

Modeltype 4-zijdig cassettemodel 4-zijdig compact cassettemodel 2-zijdig cassettemodel 1-zijdig cassettemodel Model met ingebouwd luchtkanaal Plafondmodel met lage behuizing Compact model met fijn luchtkanaal Model met ingebouwd luchtkanaal met hoge statische druk Plafondmodel
Hogewandmodel
Vloermodel Vloermodel met behuizing Vloermodel met ingebouwde kanalen
Consolemodel
Heetwatermodule

Modelnaam MMU-*PHP
MMU-
P
MH
MMU-
PWH
MMU-
P
YH/SH
MMU-
PYHP
MMD-
P
BHP*
MMD-APSPH
MMD-
P
SPHY
MMD-
PHP
MMC-
P
HP*
MMK-APH MMK-PHP Voor meer informatie over deze modellen, leest u de
gebruikshandleiding die bij de binnenunits wordt geleverd.
MMF-*PH
MML-
P
H
MML-
PBH
MML-
P
NH(P) Voor meer informatie over deze modellen, leest u de
gebruikshandleiding die bij de binnenunits wordt geleverd.
MMW-*P***LQ-E * Voor meer informatie over deze modellen, leest u de
gebruikshandleiding die bij de binnenunits wordt geleverd.

2 Benaming van de onderdelen
Buitenunit

Gebruikershandleiding

Luchtuitlaat Wanneer er wordt gekoeld, wordt er warme lucht
uitgeblazen. Wanneer er wordt verwarmd, wordt er koude lucht uitgeblazen.

Aardingsschroef Deze bevindt zich in de elektrische schakelkast.
Servicepanelen

Bevestigingsbeugel
Binnenunit
4-zijdig cassettemodel
4-zijdig compact cassettemodel

Opening voor leidingen/bedrading
Uitblaaslamel Hiermee wordt de uitblaasrichting van de lucht bepaald.
Knop Knop om het luchtinlaatrooster te openen en te sluiten.
Aardingsschroef Deze bevindt zich in de elektrische schakelkast. Luchtinlaatrooster De lucht in de ruimte wordt hier aangezogen.
Knop Knop om het luchtinlaatrooster te openen en te sluiten.

NL-15

­ 8 ­

Aardingsschroef Deze bevindt zich in de elektrische schakelkast.
Uitblaaslamel Hiermee wordt de uitblaasrichting van de lucht bepaald. Luchtinlaatrooster De lucht in de ruimte wordt hier aangezogen.
NL-16

2-zijdig cassettemodel
Luchtinlaatrooster De lucht in de ruimte wordt hier aangezogen.
Luchtfilter Filtert stof. (In het luchtinlaatrooster)
1-zijdig cassettemodel
Aardingsschroef Deze bevindt zich in de elektrische
schakelkast.
Luchtfilter Filtert stof. (In het luchtinlaatrooster)
Knop Knop om het luchtinlaatrooster
te openen en te sluiten.

NL-17

Luchtfilter Filtert stof.
(In het luchtinlaatrooster)

­ 9 ­

Gebruikershandleiding

Aardingsschroef Deze bevindt zich in de elektrische schakelkast.
Uitblaaslamel Hiermee wordt de uitblaasrichting van de lucht bepaald.
Uitblaaslamel Hiermee wordt de uitblaasrichting van de lucht bepaald.
Luchtinlaatrooster De lucht in de ruimte wordt hier aangezogen.
Uitblaaslamel Hiermee wordt de uitblaasrichting van de lucht bepaald.
Aardingsschroef Deze bevindt zich in de elektrische schakelkast.
Luchtinlaatrooster De lucht in de ruimte wordt hier aangezogen.

Standaardmodel met ingebouwde kanalen

Luchtuitlaat Sluit een afvoerleiding aan.

Lekbak

Luchtinlaat Luchtfilter

Elektrische schakelkast De aardingsschroef bevindt zich in
de elektrische schakelkast.

Model met hoge statische druk en ingebouwde kanalen

Luchtuitlaat Sluit een afvoerleiding aan.

Elektrische schakelkast De aardingsschroef bevindt zich in
de elektrische schakelkast.

Plafondmodel met lage behuizing

Lekbak

Luchtinlaat Luchtfilter

Luchtinlaatrooster Het retourluchtkanaal is aangesloten.

Aardingsschroef Deze bevindt zich in de elektrische
schakelkast.

Luchtfilter Filtert stof.
Compact model met fijn luchtkanaal
Luchtuitlaat Luchtfilter

Luchtuitlaat Het luchtuitlaatkanaal is aangesloten.
Aardingsschroef Deze bevindt zich in de elektrische schakelkast. Luchtinlaat

NL-18

ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES NL ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES

Plafondmodel
Aardingsschroef In de elektrische kast.
Vloermodel met behuizing
Luchtfilter Filtert stof. (In het luchtinlaatrooster)
Vloermodel met ingebouwde kanalen
Luchtuitlaat Aardingsschroef Deze bevindt zich in de elektrische schakelkast.
Luchtinlaat De lucht in de ruimte wordt hier
aangezogen.

Horizontale lamel/verticaal rooster/ luchtuitlaat Hiermee kan de richting van de uitgeblazen lucht worden gewijzigd.
Luchtinlaatrooster De lucht wordt hier aangezogen.
Luchtfilter Filtert stof. (Achter het luchtinlaatrooster)
Uitblaaslamel Hiermee wordt de uitblaasrichting van de lucht bepaald.
Aardingsschroef
Luchtinlaatrooster De lucht in de ruimte wordt hier aangezogen.
Afvoertrechter (met filter) Dit accessoire wordt ter plaatse geïnstalleerd.
Luchtfilter Filtert stof. (In het luchtinlaatrooster)
Voorpaneel (onderzijde)

Vloermodel
Uitblaaslamel Hiermee wordt de uitblaasrichting van de
lucht bepaald.
Aardingsschroef Deze bevindt zich in de elektrische schakelkast.
Luchtfilter Filtert stof.
Luchtinlaat De lucht in de ruimte wordt hier
aangezogen.

Gebruikershandleiding
Metalen fittingen
Verticale lamellen De lucht kan met regelmatige intervallen automatisch horizontaal worden gericht.
Lekbak Het water dat in de lekbak wordt opgevangen, wordt automatisch via de afvoerleiding afgevoerd.
Metalen fittingen (links/rechts)

NL-19

­ 10 ­

NL-20

­ 11 ­

Gebruikershandleiding

3 Onderdeelnamen en functies van de
afstandsbediening

Met deze afstandsbediening kunt u maximaal 8 binnenunits bedienen.

Display

Het onderstaande voorbeeld bevat alle aanduidingen die in de display kunnen

worden weergegeven.

Normaal gesproken worden alleen de geselecteerde opties weergegeven.

· Wanneer de voedingsschakelaar voor het eerst wordt ingeschakeld, knippert

op de display van de afstandsbediening.

· Wanneer

knippert, worden de basisinstellingen geconfigureerd. U kunt

de afstandsbediening gebruiken zodra

niet meer wordt weergegeven.

Display Functietoetsen

OPMERKING
Het is mogelijk dat het LCD-scherm door de statische elektriciteit tijdelijk onscherp wordt weergegeven.

1 7 8 9 19 1816

2

3

4 6

5

22

15 17

1 SETTING (INSTELLINGEN)
Wordt weergegeven tijdens het instellen van de timer of andere functies.
2 Bedrijfsmodus
Hier kunt u zien welke bedrijfsmodus is geselecteerd.
3 Storing
Wordt weergegeven wanneer het beveiligingsapparaat wordt ingeschakeld of wanneer er sprake is van een storing.

10 11

20

21

14

12 13

4 Timertijd
De ingesteld tijd voor de timer. (Wanneer er een fout is opgetreden, wordt hier de foutcode weergegeven.)
5 Timermodus
Hier wordt de ingestelde timermodus weergegeven.
6 Filteraanduiding
Herinnering om het luchtfilter te reinigen.
7 TEST
Wordt weergegeven tijdens de werkingstest.

8 Lamelstand
Geeft de stand van de lamel(len) aan. * Alleen voor 4-zijdige cassettemodellen, 1-zijdige
cassettemodellen, 2-zijdige cassettemodellen en plafondmodellen
1 7 8 9 19

1816

2

3 4 65
22 15 17

10 11 20

21

14

12 13

9 Swing
Wordt weergegeven wanneer de lamel omhoog/ omlaag beweegt.
10 Ingestelde temperatuur
Hier wordt de ingestelde temperatuur weergegeven.
11 Indicator afstandsbedieningsensor
Wordt weergegeven wanneer de sensor van de afstandsbediening wordt gebruikt.
12 Voorverwarmen
Wordt weergegeven wanneer de verwarmingsmodus is ingeschakeld of de ontdooiingscyclus wordt gestart. Als deze aanduiding wordt weergegeven, wordt de ventilator van de binnenunit gestopt of wordt de ventilatormodus ingeschakeld.
13 Geen functie
Wordt weergegeven wanneer de opgevraagde functie niet beschikbaar is voor het desbetreffende model.
14 Ventilatorsnelheid
Geeft de snelheid van de ventilator aan: (Auto (Automatisch))
(High (Hoog))
(Medium (Gemiddeld))
(Low (Laag))

15 Lamelnummer
(bijvoorbeeld: 01, 02, 03, 04)
16 Weergave energiebesparingsmodus
Wordt weergegeven wanneer de energiebesparingsmodus is ingeschakeld.
17 Lamelvergrendeling
Wordt weergegeven wanneer een lamel is vergrendeld. (alleen voor 4-zijdig cassettemodel)
18 UNIT No. (Unitnr.)
Het nummer van de geselecteerde binnenunit. Hier worden ook de foutcodes voor de binnen- en buitenunits weergegeven.
19 Centrale bediening
Wordt weergegeven wanneer de airconditioner centraal wordt bediend met een centraal bedieningsapparaat, zoals een centrale afstandsbediening. Als de centrale bediening niet toestaat dat er een afstandsbediening wordt gebruikt, knippert wanneer op de toets ON/OFF (AAN/UIT), MODE (MODUS) of TEMP. op de afstandsbediening wordt gedrukt en werken de toetsen niet. (Welke instellingen via de afstandsbediening kunnen worden geconfigureerd, is afhankelijk van de modus van de centrale bediening. Raadpleeg de gebruikshandleiding van de centrale afstandsbediening voor meer informatie.)

NL-21

NL-22

20 Beheerde bedrijfsmodus
Wordt weergegeven wanneer op de toets MODE (MODUS) wordt gedrukt en de bedrijfsmodus door de beheerder van de airconditioner is ingesteld op koelen of verwarmen en niet kan worden gewijzigd.
21 Gebruiksklaar
Deze aanduiding wordt alleen weergegeven voor bepaalde modellen.
22 Service
Wordt weergegeven wanneer het beveiligingsapparaat is ingeschakeld of er sprake is van een probleem.
NL-23

Gebruikershandleiding

Functietoetsen
Zodra de instellingen zijn geconfigureerd, hoeft u voortaan alleen nog maar op de toets
18

te drukken.

12

9

2

10

4

5

11

3

1

(ventilatormodus selecteren)

Hiermee selecteert u de gewenste

ventilatorsnelheid.

2

(timer instellen)

Hiermee stelt u de timer in.

3

(TEST-toets)

Deze toets wordt alleen gebruikt voor

servicedoeleinden.

(Gebruik deze toets niet tijdens normaal gebruik.)

4

Gebruik deze toets wanneer er een ventilator (in de

handel verkrijgbaar) is aangesloten. Druk op de

toets om de ventilator in of uit te schakelen.

Wanneer u de airconditioner in- of uitschakelt,

schakelt u ook de ventilator in of uit.

  • Als u op de toets

drukt en ” ” op de

display van de afstandsbediening verschijnt, is er

geen ventilator aangesloten.

5

(Filter resetten)

Wanneer het filter is gereinigd, reset u met deze

toets de aanduiding ” FILTER”.

6

(energiebesparingsmodus)

Druk op deze toets om de energiebesparingsmodus

te activeren.

76

7

SWING/FIX

Met deze toets kunt u een vaste lamelstand

selecteren of de lamellen automatisch laten

bewegen.

  • Deze functie is niet beschikbaar voor modellen

met ingebouwde kanalen, plafondmodellen met

een lage behuizing, vloermodellen met

ingebouwde kanalen en vloermodellen met een

behuizing.

8 Bedrijfslampje
Brandt wanneer het apparaat in bedrijf is. Knippert bij storingen of wanneer het beveiligingsapparaat is geactiveerd.
9

Druk op deze toets om de unit in en uit te schakelen.

10

(bedrijfsmodus selecteren)

Hiermee selecteert u de gewenste bedrijfsmodus.

­ 12 ­

NL-24

ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES NL ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES

11 UNIT LOUVER (unit/lamel selecteren)
Hiermee kunt u een unitnummer (links) en lamelnummer (rechts) selecteren. UNIT: Als er twee of meer units met dezelfde afstandsbediening worden bediend, gebruikt u deze toets om een unit te selecteren of de blaasrichting van de unit aan te passen. LOUVER (LAMEL): Hiermee selecteert u de gewenste lamel waarvoor u de lamelvergrendeling wilt wijzigen of wanneer u voor elke lamel een onafhankelijke de blaasrichting wilt instellen.
12
Hiermee kunt u de gewenste temperatuur instellen. Selecteer het gewenste instelpunt door op
TEMP. of te drukken.
OPTIE:
Afstandsbedieningsensor Normaal gesproken wordt de temperatuur gemeten met de temperatuursensor van de binnenunit. Het is ook mogelijk om de temperatuur in de buurt van de afstandsbediening te meten. Neem voor meer informatie contact op met uw dealer. * Gebruik deze functie niet wanneer de airconditioner
wordt bediend in een groep.
NL-25

­ 13 ­

Gebruikershandleiding

4 Correct gebruik

Volg de onderstaande procedures wanneer u de

airconditioner voor de eerste keer in gebruik neemt of de

instellingen wijzigt.

De gekozen instellingen worden opgeslagen, zodat u de

airconditioner daarna eenvoudigweg kunt starten door

op de toets

drukken.

Voorbereiding

De stroomschakelaar inschakelen

· Wanneer de voeding wordt ingeschakeld, verschijnt de

scheidingslijn en begint

op het display van de

afstandsbediening te knipperen.

  • Zodra de voeding is ingeschakeld, kunt u de

afstandsbediening gedurende ongeveer één

minuut niet gebruiken. Dit is geen storing.

VEREISTE

· Houd de stroomschakelaar ingeschakeld tijdens het gebruik.
· Wanneer u de airconditioner gedurende een langere periode niet hebt gebruikt en het apparaat weer in gebruik wilt nemen, schakelt u de stroomschakelaar minimaal 12 uur van tevoren in.

Starten

TEMP.

ON / OFF

1

TIMER SET

FAN

MODE

2

TIME

SAVE

VENT

FILTER RESET TEST

SET CL

SWING/FIX UNIT LOUVER

1 Druk op de toets

.

Het bedrijfslampje gaat branden.

2 Druk op de toets “MODE

” om een

bedrijfsmodus te selecteren.

Telkens wanneer u op de toets drukt, worden de

bedrijfsmodus en het bijbehorende pictogram in de

onderstaande volgorde gewijzigd:

Verwarmen Drogen Koel (Ontvochtigen)

Ventilator

3 Druk op de toets

om de airconditioner

uit te schakelen.

Het bedrijfslampje wordt uitgeschakeld.

De ventilatorsnelheid wijzigen

1 Druk op de toets “FAN

” om een

ventilatorsnelheid te selecteren.

· Telkens wanneer u op de toets drukt, worden de

ventilatorsnelheid en de aanduiding in de

onderstaande volgorde gewijzigd:

(”

Automatisch” kan niet worden geselecteerd

in de modus FAN (VENTILATOR).)

Auto

High

Medium

Low

· Als bij verwarmen niet de gewenste kamertemperatuur wordt bereikt met de stand ” Low (Laag)”, selecteert u ” High (Hoog)” of ” Medium (Gemiddeld)”.
· De temperatuursensor met de temperatuur van de retourlucht van de binnenunit. Deze kan enigszins afwijken van de daadwerkelijke kamertemperatuur, afhankelijk van de manier waarop de unit is geïnstalleerd. De ingestelde temperatuur is de beoogde kamertemperatuur.

De ingestelde temperatuur

wijzigen

1 Druk op de toetsen “TEMP.

“.

Druk op om de temperatuur te verhogen en op

om de temperatuur te verlagen. (De ingestelde

temperatuur kan niet worden gewijzigd in de

ventilatormodus.)

NL-26

OPMERKING
Koelen Na ongeveer 1 minuut begint het apparaat met koelen. Verwarmen · Nadat het verwarmen is gestopt, blijft de ventilator nog
ongeveer 30 seconden draaien. · Na 3 tot 5 minuten voorverwarmen (de ventilator van
de binnenunit blijft uitgeschakeld), wordt er verwarmde lucht uitgeblazen. (De aanduiding voor voorverwarmen wordt weergegeven op de afstandsbediening.) · Zodra de kamertemperatuur de ingestelde temperatuur heeft bereikt, gaat de ventilator aanzienlijk langzamer draaien.
NL-27

Gebruikershandleiding

5 De timer gebruiken

U kunt de volgende drie timers selecteren: (max. 168 uur)

OFF timer (uitschakeltimer) Repeat-OFF timer (herhalingsuitschakeltimer)
ON timer (inschakeltimer)
De timer instellen

: het apparaat wordt uitgeschakeld zodra de ingestelde tijd is verstreken.
: telkens wanneer u de airconditioner gebruikt, wordt deze uitgeschakeld nadat de ingestelde tijd is verstreken.
: het apparaat wordt ingeschakeld nadat de ingestelde tijd is verstreken.

1 2
3

1 Druk op de toets

.

Telkens wanneer u op de toets drukt, worden de

timermodus en -aanduiding in de onderstaande

volgorde gewijzigd:

Off

Off

On

(Uitschakeltimer) (Herhalingsuitschakeltimer) (Inschakeltimer)

Geen indicatie (timerfunctie is uitgeschakeld)

·

en de tijdsaanduiding knipperen.

2 Druk op de toetsen

om de tijd tot aan de

timeracties in te stellen.

· Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt de

ingestelde tijd met 0,5 uur (30 minuten) verlengd.

Wanneer er een tijd van meer dan 1 dag (24 uur)

is ingesteld, wordt de ingestelde tijd telkens met 1

uur verlengd. De maximale insteltijd is 7 dagen

(168 uur).

De instellingen tussen 0,5 uur en 23,5 uur (*1)

worden als zodanig weergegeven.

Wanneer er meer dan 24 uur (*2) wordt ingesteld,

worden de dagen en uren weergegeven.

· Telkens wanneer u op drukt, wordt de

ingestelde tijd met 0,5 uur (30 minuten) (0,5 uur

tot 23,5 uur) of 1 uur (24 tot 168 uur) verkort.

Voorbeeld van de weergave in de display van de afstandsbediening

· 23,5 uur (*1)

· 34 uur (*2) staat voor 1 dag (24 uur).

staat voor 10 uur.

Dagen Uren

(Totaal: 34 uur)

3 Druk op de toets .

verdwijnt, de timertijd wordt weergegeven en

of

knippert.

(Wanneer de inschakeltimer wordt gebruikt, worden

alleen de timertijd en

weergegeven.)

De timer uitschakelen
1 Druk op de toets .
De timerindicator verdwijnt.

OPMERKING

· Als de herhalingsuitschakeltimer is ingeschakeld en u

de toets

drukt nadat het apparaat is

uitgeschakeld, wordt de airconditioner opnieuw

uitgeschakeld zodra de ingestelde tijd is verstreken.

· Als de uitschakeltimer is ingeschakeld en u op de toets

SWING/FIX drukt, verdwijnt de timerindicator ongeveer 5

seconden. Dit gebeurt omdat de afstandsbediening de

opdracht moet verwerken en is geen storing.

­ 14 ­

NL-28

ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES NL ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES

­ 15 ­

Gebruikershandleiding

6 Installatie
Locatie
· Installeer de airconditioner niet in de buurt van hoogfrequente apparatuur. · Niet geschikt voor chemische fabrieken, zoals fabrieken waar koelmiddel van vloeibaar kooldioxide wordt gemaakt. · Installeer de airconditioner niet op locaties met ijzer- of metaalstof. Als er zich ijzerstof of andere metaalstof binnen
in de airconditioner ophoopt, kan de stof spontaan ontbranden en brand veroorzaken. · Op locaties zoals de volgende kunnen storingen ontstaan:
· In een omgeving met grote hoeveelheden oliedruppels (inclusief machineolie) of dampen. · In zoute omgevingen, zoals aan de kust enz. · In een omgeving van warme springbronnen waar zwavelhoudende gassen enz. vrijkomen. · In omgevingen met een hoge concentratie veel zuren of basen. Het gebruik op de bovenstaande locaties vereist speciaal onderhoud of speciale onderdelen. Neem voor meer informatie contact op met de dealer waar u het product hebt gekocht. · Laat voldoende ruimte vrij rond de luchtinlaat en -uitlaat van de buitenunit, zodat de ventilatie niet wordt belemmerd. · Vermijd plaatsen waar de luchtinlaat en -uitlaat wordt blootgesteld aan sterke wind. · Bevestig een onderstel, sneeuwkap enz. aan de buitenunit voor gebruik in sneeuwrijke gebieden. Neem voor meer informatie contact op met de dealer waar u het product hebt gekocht. · Zorg ervoor dat het water van de buitenunit goed wordt afgevoerd. · Zorg ervoor dat de binnenunit is voorzien van een filter. Als dit niet het geval is, kan er zich stof op de warmtewisselaar of andere onderdelen ophopen en waterlekkage veroorzaken. · Installeer de airconditioner/afstandsbediening niet binnen 1 m van een tv of radio minimaal. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan er visuele verstoring of ruis optreden. · Houd minimaal een afstand van 1,5 m tussen de luchtuitlaat en een brandalarm aan. Als deze voorzorgsmaatregel niet in acht wordt genomen, werkt het alarm mogelijk niet naar behoren en wordt een uitbrekende brand mogelijk niet gedetecteerd.
Houd rekening met de bedrijfsgeluiden
· Installeer de unit op een stevige en stabiele ondergrond, zodat de geluiden en trillingen niet worden versterkt. · Als er iets in de buurt van de luchtuitlaat van de buitenunit wordt geplaatst, kan het geluid toenemen. · Zorg dat u de buren geen overlast bezorgt met koude/warme lucht of geluid van de luchtuitlaat van de buitenunit.

7 Opmerkingen over de werking en prestaties

Controleren vóór inbedrijfstelling
· Schakel de voedingsschakelaar minimaal 12 uur voordat u de airconditioner in bedrijf neemt, in.
· Zorg dat de aardedraad goed is bevestigd. · Zorg ervoor dat de binnenunit is voorzien van een
filter.
Verwarmingscapaciteit
· Om te verwarmen wordt er gebruikgemaakt van een warmtepompsysteem waarmee de warmte van buiten wordt geabsorbeerd en wordt afgegeven in de ruimte. Wanneer de buitentemperatuur daalt, neemt de verwarmingscapaciteit van de unit af.
· Bij een lage buitentemperatuur gebruikt u bij voorkeur ook een andere verwarmingsinstallatie.
Ontdooien tijdens verwarmen
· Als de buitenunit tijdens het verwarmen bevriest, wordt automatisch de ontdooifunctie ingeschakeld (ongeveer 2 tot 10 minuten) om de buitenunit te verwarmen.
· Tijdens het ontdooien wordt de ventilator van de binnenunit uitgeschakeld.
Beveiligingsinterval van 3 minuten
Het beveiligingsinterval van 3 minuten zorgt ervoor dat de buitenunit niet binnen 3 minuten nadat de airconditioner is uitgeschakeld of nadat de stroom is uitgevallen, opnieuw kan worden ingeschakeld. Dit is om het systeem te bescherming.
Stroomuitval
· Wanneer de stroom uitvalt, wordt het apparaat volledig uitgeschakeld.
· Als u het apparaat opnieuw wilt starten, drukt u op de toets AAN/UIT.
Draaien van de ventilator van een gestopte binnenunit
Wanneer andere binnenunits worden gebruikt, worden de ventilatoren van de binnenunits in de stand-bystand ongeveer elk uur enkele minuten ingeschakeld om de apparaten te beschermen.

Koelen/verwarmen
Elke unit kan afzonderlijk worden bediend. Het is echter niet mogelijk om gelijktijdig te koelen en te verwarmen met binnenunits die zijn aangesloten dezelfde buitenunit. Wanneer u gelijktijdig probeert te koelen en te verwarmen, zullen de binnenunits waarmee wordt gekoeld, worden uitgeschakeld en verschijnt de aanduiding op de display van de afstandsbediening. De binnenunits waarmee wordt verwarmd, blijven in bedrijf. Wanneer u een functie probeert te activeren met andere instellingen dan de geconfigureerde instellingen, verschijnt op de display van de afstandsbediening en wordt het apparaat uitgeschakeld. Als de beheerder van de airconditioner een vaste instelling gebruikt (koelen of verwarmen), kunnen alleen de geconfigureerde instellingen worden gebruikt.
Kenmerken van verwarmen
· Wanneer de airconditioner wordt ingeschakeld, zal deze niet meteen warme lucht leveren. Na ongeveer 3 tot 5 minuten (afhankelijk van de ruimte en/of buitenluchttemperatuur) zal de warmtewisselaar van de binnenunit zijn opgewarmd en warme lucht afgeven.
· Wanneer de buitentemperatuur stijgt, is het mogelijk dat de buitenunit wordt uitgeschakeld.
· Wanneer een binnenunit is ingeschakeld om te verwarmen, voorziet de buitenunit de binnenunits die niet zijn ingeschakeld van koelmiddel. Daarom is het mogelijk dat de andere binnenunits geluiden produceren of dat de behuizing van de andere units warm wordt.
· Als de functie FAN (VENTILATOR) is ingeschakeld terwijl in een andere ruimte de functie HEAT (VERWARMEN) wordt uitgevoerd, wordt de ventilator uitgeschakeld.

NL-29

NL-30

ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES NL ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES

8 Lamelrichting
OPMERKING
Om de koel-/verwarmingsprestaties te verbeteren, kunt u voor elke bedrijfsmodus de hoek van de lamel aanpassen.
De kenmerken van lucht: koele lucht daalt en warme lucht stijgt.
OPGELET
Plaats de lamel tijdens het koelen in een horizontale positie. Als koude lucht omlaag wordt geblazen, kan er condensvorming op het oppervlak van de luchtuitlaat of de lamel optreden en kan de condens neerslaan.

4-zijdig cassettemodel, 2-zijdig cassettemodel, 1-zijdig cassettemodel, plafondmodel
De uitblaasrichting instellen
1 Druk wanneer de airconditioner in bedrijf is op de toets . SWING/FIX Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt de uitblaasrichting gewijzigd.

Verwarmen Richt de lamel omlaag. Als u de lamel niet omlaag richt, bereikt de warme lucht de vloer mogelijk niet.

Oorspronkelijke instellingen

Koelen

Plaats de lamel in een

horizontale positie. Als

koude lucht omlaag wordt geblazen, kan er

Oorspronkelijke instellingen

condensvorming op het

oppervlak van de luchtuitlaat optreden en kan de

condens neerslaan.

Ventilator Selecteer de uitblaasrichting.

OPMERKING
· Als de lamel tijdens het koelen in een horizontale positie wordt geplaatst, kan er condensvorming op het oppervlak van de luchtuitlaat of de lamel optreden en kan de condens neerslaan.
· Als de lamel tijdens het verwarmen in een horizontale positie wordt geplaatst, wordt de ruimte mogelijk niet gelijkmatig verwarmd.
· Beweeg de lamel niet met de hand. Dit kan leiden tot een storing. Gebruik de toets SWING/FIX op de afstandsbediening om de hoek aan te passen.

Oorspronkelijke instellingen
De lamel bewegen
1 Druk herhaaldelijk op de toets SWING/FIX om de
lamel in de laagste positie te plaatsen en druk vervolgens nogmaals op SWING/FIX . De indicator SWING (ZWAAIEN) wordt weergegeven en de lamel begint te bewegen.
In alle bedrijfsmodi
Herhalen

Gebruikershandleiding

Het zwaaien van de lamel stoppen
1 Druk op de toets SWING/FIX wanneer de lamel zich in
de gewenste positie bevindt. · Druk herhaaldelijk op de toets SWING/FIX om de
positie van de lamel opnieuw te wijzigen. * Zelfs wanneer u op de toets SWING/FIX drukt wanneer
de lamel op en neer beweegt, wordt soms echter een van de onderstaande aanduidingen weergegeven en wordt de lamel mogelijk niet de hoogste positie voor de lamel ingesteld.
Aanduiding wanneer de zwaaibeweging is gestopt

FAN/HEAT

COOL/DRY

Druk in dit geval na 2 seconden nogmaals op de toets . SWING/FIX · In de modus COOL/DRY wordt de lamel niet
gestopt wanneer deze omlaag is gericht. Als u de lamel stopt wanneer deze tijdens de zwaaibeweging volledig naar beneden is gericht, wordt de zwaaibeweging gestopt wanneer de derde positie vanaf de bovenste positie is bereikt.
Aanduiding wanneer de zwaaibeweging is gestopt

FAN/HEAT

COOL/DRY

· Telkens wanneer u op UNIT LOUVER (linkerkant van de toets) drukt, wordt de aanduiding in de onderstaande volgorde gewijzigd:

Geen weergave

Unitnummer 1-1

Unitnummer 1-2

Unitnummer 1-4

Unitnummer 1-3

Alleen 4-zijdige cassettemodellen uit de 2H-serie

Afzonderlijk instellen van de uitblaasrichting
1 Druk wanneer de airconditioner in bedrijf is, op
de toets UNIT LOUVER (de linkerkant van de toets) om een unit te selecteren. Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt het
unitnummer gewijzigd.

Unitnummer 1-1

Unitnummer 1-2

Unitnummer 1-3

Geen weergave

Unitnummer 1-4

· Wanneer er geen unitnummer wordt weergegeven, zijn alle units geselecteerd.
2 Druk op de toets UNIT LOUVER (rechterkant van de
toets) om een rooster te selecteren. Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt de indicator aan de linkerkant van de afstandsbediening wordt als volgt gewijzigd:
Geen weergave

Unit selecteren
· Wanneer twee of meer binnenunits worden bediend met één afstandsbediening, kunt u elke binnenunit afzonderlijk instellen door de desbetreffende unit te selecteren.
· Als u de uitblaasrichting afzonderlijk wilt instellen, drukt u op de toets UNIT LOUVER (linkerkant van de toets) om een binnenunitnummer in de bedieningsgroep weer te geven. Vervolgens stelt u de uitblaasrichting in voor de binnenunit die wordt weergegeven.
· Wanneer er geen unitnummer wordt weergegeven, kunnen alle units in de bedieningsgroep tegelijkertijd worden bediend.

NL-31

­ 16 ­

NL-32

­ 17 ­

Gebruikershandleiding

  • Wanneer er geen lamelnummer wordt weergegeven, zijn alle 4 lamellen geselecteerd.

koelmiddelleiding

Lamelnummer Elektrische schakelkast

2 Druk op de toets UNIT LOUVER (de linkerkant van de

toets) om een unit te selecteren.

Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt het

unitnummer gewijzigd.

Unitnummer 1-1

Unitnummer 1-2

Unitnummer 1-3

Geen weergave

Unitnummer 1-4

De ventilator van de geselecteerde unit draait en het

rooster beweegt op en neer.

3 Druk op de toetsen TIME

om een

zwaaipatroon te selecteren.

Afvoerleiding

3 Druk op de toets SWING/FIX om de positie van de
geselecteerde lamel te bevestigen. Telkens wanneer u op deze toets drukt, wordt de
aanduiding als volgt gewijzigd:

(1)

(2)

(3)

(4)

Zwaaicode

Zwaaicode 0001 0002 0003

Bewegingspatroon Standaard zwaaien (fabrieksinstelling)
Dubbel zwaaien
Cyclisch zwaaien

VEREISTE
Selecteer niet “0000”. (De lamel kan beschadigd raken.)

(7)

(6)

(5)

  • Wanneer u koelt of droogt, worden (4) en (5) niet weergegeven.
    Het zwaaipatroon instellen
    1 Houd de toets SWING/FIX minimaal 4 seconden
    ingedrukt wanneer de airconditioner is gestopt. knippert.

4 Druk op de toets 5 Druk op de toets
voltooien.

. om de instelling te

Standaard zwaaien Alle vier lamellen worden tegelijkertijd onder dezelfde hoek bewogen.

Cyclisch zwaaien (aanbevolen voor koelen) Alle vier lamellen bewegen op verschillende tijden, als golven.

Zwaaien

(2) (3)

(1) (4)

Dubbel zwaaien (aanbevolen voor verwarmen) · Aaneengrenzende lamellen worden afwisselend
horizontaal en omlaag gericht om de ruimte gelijkmatig te verwarmen. · De lucht die omlaag wordt geblazen, bereikt de vloer en de lucht die horizontaal wordt geblazen, wordt verspreidt om de warmte te circuleren.

Horizontaal

Horizontaal

Omlaag

Omlaag

(2) (3)

(4) (1)

(2)

(1)

(3)

(4)

Horizontaal

Omlaag

Horizontaal Omlaag

(2)

(3)

(1)

(4)

NL-33

NL-34

Gebruikershandleiding

ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES NL ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES

De lamelvergrendeling inschakelen
1 Houd de toets UNIT LOUVER (rechterkant van de toets)
minimaal 4 seconden ingedrukt wanneer de airconditioner is gestopt.
knippert. · Wanneer er geen unitnummer wordt
weergegeven, zijn alle units geselecteerd.
2 Druk op de toets UNIT LOUVER (de linkerkant van de
toets) om een unit te selecteren. Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt het unitnummer gewijzigd.

Unitnummer 1-1

Unitnummer 1-2

Unitnummer 1-3

Unitnummer 1-4

De ventilator van de geselecteerde unit draait en het

rooster beweegt op en neer.

3 Druk op de toetsen “TEMP.

” om het

nummer van het rooster weer te geven waarvan

u de uitblaasrichting wilt bepalen.

Het geselecteerde rooster beweegt op en neer.

6 Druk op de toets
voltooien.

om de instelling te

0001 – 0005 (Code voor de lamelpositie)

Lamelnummer

  • F1 verschijnt in het gedeelte CODE No. (Codenr.) op de afstandsbediening. Dit betekent dat lamel 01 in de volgende afbeelding is geselecteerd.

Elektrische schakelkast

Koelmiddelleiding

4 Druk op de toetsen voor TIME

om de

richting van het rooster te bepalen dat u niet op

en neer wilt bewegen.

(1) 0001

(2) 0002

(3) 0003

(4) 0004

(5) 0005

  • Als (4) of (5) is geselecteerd kan er condensvorming optreden tijdens het koelen.
    5 Druk op de toets om de instelling te
    bevestigen. Zodra de instelling is bevestigd, licht de markering
    op. (Als u de lamelvergrendeling van een andere unit wilt instellen, herhaalt u de procedure vanaf stap 2. Als u een andere lamelvergrendeling voor dezelfde unit wilt instellen, herhaalt u de procedure vanaf stap 3.)

Afvoerleiding
OPMERKING
Zelfs wanneer een lamel is vergrendeld, is het in de volgende gevallen mogelijk dat de lamel tijdelijk wordt bewogen: · Wanneer de airconditioner is gestopt. · Wanneer het verwarmen begint. · Tijdens het ontdooien. · Wanneer de thermostaat is uitgeschakeld.

NL-35

­ 18 ­

De lamelvergrendeling uitschakelen
Geef bij stap 4 in het gedeelte “De lamelvergrendeling inschakelen” de waarde “0000” op. De markering verdwijnt.

  • Stap 1 t/m 3 en stap 5 en 6 in het gedeelte “De lamelvergrendeling instellen”

INGESTELDE 0000 GEGEVENS

zijn ook van toepassing voor

het uitschakelen van de lamelvergrendeling.

De horizontale richting aanpassen

1 Schakel de unit uit en houd de toetsen en

“TEMP.

” minimaal 4 seconden

ingedrukt.

knippert.

“01” verschijnt bij CODE No. (Codenr.)

2 Druk op de toets UNIT LOUVER (de linkerkant van de

toets) om een unit te selecteren.

Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt het

unitnummer gewijzigd.

Unitnummer 1-1

Unitnummer 1-2

Unitnummer 1-3

Geen weergave

Unitnummer 1-4

De ventilator van de geselecteerde unit draait en het

rooster beweegt op en neer.

3 Druk op de toetsen “TEMP.

” om de

waarde voor CODE No. (Codenr.) te wijzigen in

“45”.

4 Druk op de toetsen “TIME

” om een

richting te selecteren.

SET DATA (GEGEVENS INSTELLEN) voor de
richting

Ingestelde richting

“0000”

Vlekreductiepositie (reduceert vlekken op het plafond)
(fabrieksinstelling)

“0002”

Koude tochtpositie (Uw lichaam wordt minder rechtstreeks blootgesteld aan
koude lucht)

5 Druk op de toets om de instellingen te
controleren. De indicator stopt met knipperen en brandt continu en de instellingen worden bevestigd.
6 Druk op de toets om de instelling te
voltooien. * Als positie tegen koude tocht wordt geselecteerd,
wordt het vlekreductie-effect gereduceerd.
4-zijdig cassettemodel
Koelen Plaats de lamel in een horizontale positie.
Verwarmen Richt de lamel omlaag.
· Wanneer de airconditioner niet wordt gebruikt, wordt de lamel automatisch gesloten.
· In de modus voor voorverwarmen wordt de lamel omhoog gericht. De zwaai- aanduiding wordt ook op de afstandsbediening weergegeven wanneer de airconditioner wordt voorverwarmd, maar de lamel wordt pas bewogen wanneer het voorverwarmen is voltooid.
2-zijdige en 3-zijdige luchtuitlaat Afhankelijk van vorm en stijl van de ruimte, kan de lucht in twee of drie richtingen worden uitgeblazen. Neem voor meer informatie contact op met de dealer waar u de airconditioner hebt gekocht.

NL-36

­ 19 ­

Gebruikershandleiding

2-zijdig cassettemodel
Koelen Plaats de lamel in de horizontale positie om de koude lucht door de ruimte te verspreiden.

OPMERKING
Om de koel-/verwarmingsprestaties te verbeteren, kunt u voor elke bedrijfsmodus de hoek van de lamel aanpassen.

Verwarmen Richt de lamel omlaag om de warme lucht naar de grond te blazen.
1-zijdig cassettemodel (SH-serie)
Koelen Plaats de lamel in de horizontale positie om de koude lucht door de ruimte te verspreiden.
Verwarmen Richt de lamel omlaag om de warme lucht naar de grond te blazen.

Als u de lucht recht vooruit wilt blazen met een luchtuitlaatunit aan de voorzijde (afzonderlijk verkrijgbaar)
OPGELET
Wanneer u een luchtuitlaatunit aan de voorzijde van de binnenunit gebruikt, is de 2-zijdige luchtuitlaatfunctie (vooruit + omlaag) niet beschikbaar. Dergelijk gebruik leidt mogelijk tot een lagere luchttemperatuur en kan waterlekkage veroorzaken. Voor meer informatie raadpleegt u de installatiehandleiding bij de front luchtuitlaatunit (afzonderlijk verkrijgbaar).

· Wanneer de airconditioner niet wordt gebruikt, wordt de lamel automatisch gesloten.
· In de modus voor voorverwarmen wordt de lamel omhoog gericht. De zwaai- aanduiding wordt ook op de afstandsbediening weergegeven wanneer de airconditioner wordt voorverwarmd, maar de lamel wordt pas bewogen wanneer het voorverwarmen is voltooid.

Wanneer u een front luchtuitlaatunit (afzonderlijk verkrijgbaar) gebruikt voor een binnenunitcassette van een 1-zijdig cassettemodel, volgt u de onderstaande procedure om de uitblaasrichting te wijzigen:

Verticale aanpassing
Koelen Plaats de lamel handmatig in de horizontale positie om de koude lucht door de ruimte te verspreiden.
Lamel

Horizontale aanpassing
Gebruik het verticale rooster achter de lamel om de ruimte gelijkmatig te verwarmen.
Verticaal rooster

Verwarmen Richt de lamel handmatig omlaag om de warme lucht naar de vloer te blazen.

OPMERKING

1 Wanneer u de lucht omlaag blaast, buigt u de lamellen allemaal in dezelfde stand zetten, zoals in de volgende afbeelding. Als de luchtstroom wordt geblokkeerd, kunnen er waterdruppels uit de luchtuitlaat druppelen.

Fout

Correct

Lamel
2 Stel de lamel in op 40° of lager. Als de hoek groter dan 40° is, kan er water naar beneden druppelen.

OPMERKING
Wanneer u de uitblaasrichting horizontaal aanpast, wijzigt u de hoek van het verticale rooster geleidelijk, zoals in de volgende afbeelding. Als de luchtstroom wordt geblokkeerd, kunnen er waterdruppels uit de luchtuitlaat druppelen.
Fout

Correct

Verticaal rooster

Plafondmodel
Verticale aanpassing
Koelen Plaats de lamel in de horizontale positie om de koude lucht door de ruimte te verspreiden.

40° of lager

Verwarmen (alleen voor modellen met een warmtepomp) Richt de lamel omlaag om de warme lucht naar de grond te blazen.

NL-37

NL-38

ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES NL ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES

· Wanneer de airconditioner niet wordt gebruikt, wordt de lamel automatisch omhoog gericht.
· In de modus voor voorverwarmen wordt de lamel omhoog gericht. De zwaai- aanduiding wordt ook op de afstandsbediening weergegeven wanneer de airconditioner wordt voorverwarmd, maar de lamel wordt pas bewogen wanneer het voorverwarmen is voltooid.
Horizontale luchtstroom aanpassen
Als u de horizontale luchtstroomrichting wilt aanpassen, plaatst u de verticale lamellen in de horizontale in de gewenste richting.
OPMERKING
· Als de horizontale lamel in de modus COOL (KOELEN) omlaag wordt gericht, is het mogelijk dat er condensvorming op het oppervlak van de behuizing of lamel optreedt en er water naar beneden druppelt.
· Wanneer de horizontale lamel in de modus HEAT (VERWARMEN) in de horizontale positie wordt geplaatst, wordt de ruimte mogelijk niet gelijkmatig verwarmd.
1-zijdige cassettemodel (YH-serie) en vloermodellen
De uitblaasrichting en zwaaien instellen
1 Druk wanneer de airconditioner in bedrijf is op de toets . SWING/FIX Als met 1 afstandsbediening twee of meer binnenunits worden bediend, kunt u voor elke unit afzonderlijk de uitblaasrichting instellen. Druk nogmaals op de toets SWING/FIX wanneer de lamel wordt bewogen.

2 U kunt de lamel stoppen in de gewenste positie.

TEMP.

ON / OFF

TIMER SET

FAN

MODE

FILTER RESET TEST

TIME SET CL

SAVE

VENT

SWING/FIX UNIT LOUVER

1, 2
Unit selecteren

Unit selecteren

· Wanneer twee of meer binnenunits worden bediend

met één afstandsbediening, kunt u elke binnenunit

afzonderlijk instellen door de desbetreffende unit te

selecteren.

· Als u de uitblaasrichting afzonderlijk wilt instellen,

drukt u op de toets UNIT LOUVER (linkerkant van de toets) om

een binnenunitnummer in de bedieningsgroep weer te

geven. Vervolgens stelt u de uitblaasrichting in voor de

binnenunit die wordt weergegeven.

· Wanneer er geen unitnummer wordt weergegeven,

kunnen alle units in de bedieningsgroep tegelijkertijd

worden bediend.

· Telkens wanneer u op UNIT LOUVER (linkerkant van de toets)

drukt, wordt de aanduiding in de onderstaande

volgorde gewijzigd:

Geen weergave

Unitnummer 1-1

Unitnummer 1-2

Unitnummer 1-4

Unitnummer 1-3

1-zijdig cassettemodel (YH-serie)
Verticale aanpassing
Koelen Plaats de lamel in de horizontale positie om de koude lucht door de ruimte te verspreiden.

Gebruikershandleiding

Verwarmen Richt de lamel omlaag om de warme lucht naar de grond te blazen.

Horizontale aanpassing
De lucht in verschillende richtingen blazen Til de verticale lamellen iets op en plaats ze in de gewenste richting.

2 1

Horizontale aanpassing
Als u de lucht in horizontale richting wilt blazen, plaatst u het verticale rooster in de lamel in de gewenste richting.

Gebruik in dat geval niet de functie voor automatisch zwaaien.
Vloermodel met behuizing
Koelen Plaats de lamel handmatig in de horizontale positie om de koude lucht door de ruimte te verspreiden.

OPMERKING
Om de koel-/verwarmingsprestaties te verbeteren, kunt u voor elke bedrijfsmodus de hoek van de lamel aanpassen.

Vloermodel
Verticale aanpassing
Koelen Plaats de lamel handmatig in de horizontale positie om de koude lucht door de ruimte te verspreiden.

Verwarmen Richt de lamel handmatig omlaag om de warme lucht naar de vloer te blazen.

Verwarmen Richt de lamel handmatig omlaag om de warme lucht naar de vloer te blazen.

De luchtuitlaat wijzigen
Volg de onderstaande procedure om de luchtuitlaat te wijzigen:

NL-39

­ 20 ­

NL-40

1 Verwijder de twee bevestigingsschroeven van
de luchtuitlaat. (De bevestigingsschroeven moet u later opnieuw gebruiken.)
2 Steek uw hand in de luchtuitlaat, trek de
luchtuitlaat iets omhoog en verwijder de luchtuitlaat van de haak aan de achterzijde.
3 Til de luchtuitlaat omhoog en verwijder deze.
4 Keer de luchtuitlaat om en monteer deze
opnieuw in de hoofdunit. Let erop dat de vier haken (twee aan de achterzijde en twee aan de onderzijde) wordt vastgehaakt in de bevestigingspositie.
5 Zet de luchtuitlaat opnieuw vast met de
verwijderde bevestigingsschroeven, zodat de luchtuitlaat niet loskomt.
NL-41

­ 21 ­

Gebruikershandleiding

9 Tips voor een zuinige werking en
comfortabele prestaties

Energie besparen en comfortabel koelen en verwarmen

Reinig het luchtfilter regelmatig · Een verstopt filter heeft een negatieve invloed op de
koel- en verwarmingscapaciteit van de airconditioner.
Regelmatig controleren!

Koel/verwarm niet te sterk
WAARSCHUWING
Stel uw lichaam niet gedurende lange tijd rechtstreeks bloot aan koude lucht en koel niet te sterk. Als u dit wel doet, kan dit ten koste gaan van uw fysieke conditie en leiden tot een slechte gezondheid.

· Overmatig koelen/verwarmen is slecht voor uw gezondheid. Wees met name voorzichtig met gehandicapten, bejaarden en kinderen.

Niet overmatig
koelen!

Sluit ramen en deuren · Laat de gekoelde/verwarmde lucht niet uit de ruimte
ontsnappen.
Sluiten.

Koel/verwarm de ruimte gelijkmatig · Pas de uitblaasrichting aan met de lamel.
Stel uzelf niet gedurende langere tijd rechtstreeks bloot aan de lucht die wordt uitgeblazen. Dit is slecht voor uw gezondheid.

NL-42

ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES NL ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES

Bedrijfsomstandigheden voor de airconditioner Gebruik de airconditioner voor goede prestaties alleen onder de volgende temperatuuromstandigheden:

Buitentemperatuur

: -5 °C tot 46 °C (drogeboltemperatuur)

Kamertemperatuur

: 21 °C tot 32 °C (drogeboltemperatuur), 15 °C tot 24 °C (natteboltemperatuur)

OPGELET

Koelen

Relatieve luchtvochtigheid in de ruimte: lager dan 80 %

Als de airconditioner bij temperaturen buiten deze

bereiken wordt gebruikt, kan condensvorming

optreden.

Verwarmen

Buitentemperatuur Kamertemperatuur

: -20 °C tor 15,5 °C (natteboltemperatuur) : 15 °C tot 28 °C (drogeboltemperatuur)

Als de airconditioner wordt gebruikt buiten de hierboven genoemde omstandigheden, is het mogelijk dat de beveiligingen van het apparaat worden geactiveerd.

Gebruikershandleiding
10 Onderhoud
WAARSCHUWING
Laat onderhoudswerkzaamheden, inclusief de reiniging van het luchtfilter, uitvoeren door een kwalificeerde onderhoudsmonteur. Dit geldt met name voor de volgende modellen: · 4-zijdig cassettemodel · 4-zijdig compact cassettemodel · 2-zijdig cassettemodel · 1-zijdig cassettemodel · Plafondmodel · Standaardmodel met ingebouwde kanalen · Model hoge statische druk en ingebouwde kanalen · Plafondmodel met lage behuizing · Vloermodel · Compact model met fijn luchtkanaal · Hogewandmodel · Vloermodel met behuizing · Vloermodel met ingebouwde kanalen · Consolemodel · Heetwatermodule
OPGELET
Druk niet met natte handen op de toetsen. Dit kan resulteren in elektrische schokken.

NL-43

­ 22 ­

NL-44

De luchtfilters reinigen
· Wanneer de filterindicator op de afstandsbediening wordt weergegeven, moet u de luchtfilters reinigen. · Laat de filters van de modellen in de waarschuwing aan het begin van dit hoofdstuk reinigen door een
gekwalificeerde onderhoudsmonteur. · Verstopte filters hebben een negatieve invloed op de koel- en verwarmingscapaciteit van de airconditioner.

Het De indicator ” FILTER” wordt weergegeven.

TEMP.

ON / OFF

­ 23 ­

Gebruikershandleiding

Vloermodel met behuizing
1 Druk het bovenste gedeelte van het
luchtinlaatrooster iets omlaag en trek het naar u toe om het rooster te verwijderen.
2 Verwijder het luchtfilter uit het
luchtinlaatrooster.

3 Gebruik een stofzuiger of borstel om het filter te
reinigen. · Als het filter sterk vervuild is, kunt u het wassen in
lauw water met een mild reinigingsmiddel. · Spoel het filter vervolgens uit met schoon water
en leg het in de schaduw te drogen. · Plaats het gereinigde filter terug.

TIMER SET

FAN

MODE

FILTER RESET TEST

TIME SET CL

SAVE

VENT

SWING/FIX UNIT LOUVER

Wanneer het reinigen is voltooid, drukt u op de toets ” FILTER RESET (FILTER RESETTEN)”.

3 Gebruik een stofzuiger of borstel om het filter te
reinigen. · Als het filter sterk vervuild is, kunt u het wassen in
lauw water met een mild reinigingsmiddel. · Spoel het filter vervolgens uit met schoon water
en leg het in de schaduw te drogen. · Plaats het gereinigde filter terug.

De binnenunit en de afstandsbediening reinigen
· Laat de binnenunits van de modellen in de waarschuwing aan het begin van dit hoofdstuk reinigen door een gekwalificeerde onderhoudsmonteur.
· Gebruik een zachte, droge doek. · Als de airconditioner sterk vervuild is, gebruikt u een
doek die is bevochtigd met lauw water. (Gebruik geen water om de afstandsbediening te reinigen.) · Gebruik geen wasbenzine, thinner, schuurmiddel, chemische reinigingsdoekjes enz., aangezien dit kan leiden tot vervorming of beschadiging van de behuizing.

Vloermodel met ingebouwde kanalen
1 Druk de haak van het luchtfilter op het
voorpaneel (onderzijde) omlaag.
2 Trek het luchtfilter naar u toe om dit te
verwijderen.
Voorpaneel (onderzijde)
Luchtfilterknop

Wanneer het apparaat minimaal één maand niet wordt gebruikt
· Laat de ventilator ongeveer een halve dag draaien om de binnenkant te drogen.
· Schakel de hoofdschakelaar uit. · Reinig het luchtfilter en plaats het filter terug.

NL-45

NL-46

Dit is geen storing.
ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES NL ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES

Periodieke inspectie
· Na langdurig gebruik kunnen de onderdelen worden aangetast worden of breken of kan de afvoer door warmte, vocht, stof of normaal gebruik verslechteren.
· Het is verstandig om naast het onderhoud een inspectie uit te laten voeren (kosten van toepassing) door de dealer waar u de unit hebt gekocht.
OPGELET
4-zijdig cassettemodel · Reinig de warmtewisselaar
met een hogedrukreiniger. Als u een commercieel verkrijgbaar reinigingsmiddel (sterk alkalisch reinigingsmiddel of met een hoog zuurgehalte), tast dit de oppervlaktelaag van de warmtewisselaar aan en gaat dit ten koste van zelfreinigende prestaties. Neem voor meer informatie contact op met onze verkoopafdeling of de dealer waar u het product hebt gekocht.

Voorafgaand aan het koelseizoen
Vraag een gekwalificeerde onderhoudsmonteur om de lekbak te reinigen.
OPGELET
Reinig de lekbak Als de lekbak niet wordt gereinigd, kan deze vol met afval zitten en overstromen, waardoor er water op het plafond of de vloer kan lekken.
Als u de unit langer dan 1 maand niet gebruikt
(1) Activeer de modus “FAN”. Laat de ventilator ongeveer een halve dag draaien om de binnenkant te drogen.
(2) Stop de airconditioner en schakel de hoofdstroomschakelaar uit.
Controles vóór gebruik
(1) Controleer of de luchtfilters zijn geïnstalleerd. (2) Controleer dat de luchtuitlaat en -inlaat niet worden
geblokkeerd. (3) Zet de stroomschakelaar aan.

Gebruikershandleiding

11 Wanneer de volgende symptomen zich
voordoen

Controleer de onderstaande punten voordat u een

reparatieservice laat komen.

Symptoom

oorzaak

Buitenunit

· Er komt witte nevel van koude lucht of water uit de unit.
· Soms is er een geluid hoorbaar dat klinkt als een luchtlek.

· De ventilator van de buitenunit wordt automatisch gestopt om het apparaat te ontdooien.
· De elektromagnetische klep treedt in werking wanneer de ontdooiingsfunctie wordt ingeschakeld of gestopt.

· Er soms een “sissend” geluid hoorbaar.

· Wanneer de airconditioner in werking treedt, kan er tijdens de werking of meteen nadat het apparaat is gestopt, het geluid van stromend water hoorbaar zijn en dit geluid kan gedurende de eerste 2 of 3 minuten na inschakeling van het apparaat toenemen. Dit is het geluid van stromend koelmiddel of het aftapgeluid van de ontvochtiger.

· Licht klikkend geluid

· Dit is het geluid van de warmtewisselaar die door de temperatuurswijzigingen uitzet en krimpt.

· De uitgeblazen lucht heeft een nare geur.

· Verschillende geuren, bijvoorbeeld van muren, tapijten, meubels, kleding, sigaretten of cosmetica, worden door de airconditioner opgenomen en uitgeblazen.

Binnenunit

· ” ” lampje brandt.

· Wanneer er niet kan worden gekoeld of de modus “FAN (Ventilator)” niet kan worden ingeschakeld, omdat een andere unit verwarmt.
· Ligt de buitentemperatuur buiten het bereik van de bedrijfstemperatuur?

· Het lampje ”

” brandt.

· Wanneer de beheerder van de airconditioner de werking van de airconditioner vast heeft ingesteld op COOL (KOELEN) of HEAT (VERWARMEN) en er een bewerking wordt uitgevoerd die in strijd is met de ingestelde bewerking.

· Het lampje ”

” brandt.

· Wanneer de ventilator wordt gestopt om te voorkomen dat er koude lucht wordt uitgeblazen wanneer het apparaat wordt ingeschakeld om te verwarmen.

· Een binnenunit die stand- · Doordat het koelmiddel tijdelijk stroomt om te voorkomen dat olie of

by staat maakt geluid of

koelmiddel in de stand-by binnenunit achterblijft, kan het geluid van

blaast koude lucht uit.

stromend koelmiddel of een witte nevel worden waargenomen als voor

de andere units de modus HEAT (VERWARMEN) is ingeschakeld en kan

er in de modus COOL (KOELEN) koude lucht worden uitgeblazen.

· Wanneer de voeding van de

· Het geluid ontstaat doordat de expansieklep inschakelt als de

airconditioner wordt ingeschakeld, is er voedingsspanning wordt ingeschakeld.

een “tikkend” geluid hoorbaar.

· LCD is onscherp wanneer deze wordt aangeraakt.

· Het is mogelijk dat het LCD-scherm door de statische elektriciteit tijdelijk onscherp wordt weergegeven.

· De ventilator en lamellen van de binnenunit bewegen wanneer de unit niet is ingeschakeld.

· De ventilator wordt soms ingeschakeld en de lamellen worden geopend wanneer koelmiddel teruggewonnen wordt uit de uitgeschakelde unit.

NL-47

­ 24 ­

NL-48

­ 25 ­

Gebruikershandleiding

Controleer opnieuw.

Schakelt automatisch in of uit.

· Is de timer “ON (AAN)” of “OFF (UIT)”?

Het apparaat werkt niet.

· Is er sprake van een stroomstoring? · Is de stroomschakelaar ingeschakeld? · Is de zekering doorgebrand of stroomonderbreker geactiveerd? · Is het beveiligingsapparaat ingeschakeld? (Het bedrijfslampje brandt.) · Is de timer “ON (AAN)”? (Het bedrijfslampje brandt.) · Zijn COOL (KOELEN) (of FAN (VENTILATOR)) en HEAT
(VERWARMEN) tegelijkertijd geselecteerd? (Het lampje ” ” op de display van de afstandsbediening brandt.) · Ligt de buitentemperatuur buiten het bereik van de bedrijfstemperatuur?

· Wordt de luchtinlaat of -uitlaat van de buitenunit geblokkeerd?

· Staan er deuren of ramen open?

· Zit het luchtfilter vol met stof?

· Staat het uitlaatrooster van de binnenunit in de juiste stand?

De lucht wordt niet voldoende verwarmd of · Is “LOW (LAAG)” “MED (NORMAAL)” geselecteerd en is de

gekoeld.

bedrijfsmodus ingesteld op “FAN (VENTILATOR)”?

· Is de ingestelde temperatuur de juiste temperatuur?

· Zijn COOL (KOELEN) en HEAT (VERWARMEN) beide geselecteerd?

(Het lampje ” ” op de display van de afstandsbediening brandt.)

· Ligt de buitentemperatuur buiten het bereik van de bedrijfstemperatuur?

OPGELET
Als zich een van de volgende situaties voordoet, schakelt u de hoofdstroomschakelaar uit en neemt u onmiddellijk contact op met de dealer: · De omschakeling naar de verschillende bedrijfsfuncties werkt niet
goed. · De hoofdzekering brandt regelmatig door of de stroomonderbreker
wordt regelmatig geactiveerd. · Er is een vreemde stof of water in de airconditioner
terechtgekomen. · Wanneer de airconditioner nog steeds niet werkt nadat het
probleem is verholpen waardoor het beveiligingsapparaat wordt ingeschakeld. (Het bedrijfslampje en op de afstandsbediening knipperen. Wanneer en een combinatie van , , , of en een getal worden weergegeven op de afstandsbediening, informeert u gekwalificeerde servicemonteur over de inhoud die op de display wordt weergegeven.) · Wanneer er zich enige andere ongebruikelijke situaties voordoen.

NL-49

Bevestiging en controle Wanneer er een storing in de airconditioner optreedt, worden de controlecode en het unitnummer op het scherm van de afstandsbediening weergegeven. De controlecode wordt alleen weergegeven wanneer de airconditioner in bedrijf is. Als het scherm verdwijnt, gebruikt u de procedure in het gedeelte “Storingsgeschiedenis weergeven” om de controlecode te bekijken.

Controlecode Nummer van de binnenunit waarvoor een storing is opgetreden

Storingsgeschiedenis weergeven

Wanneer er een storing in de airconditioner is opgetreden, kunt u aan

de hand van de volgende procedure de storingsgeschiedenis

2

weergeven. (Er worden maximaal 4 storingen in het geheugen

opgeslagen voor de storingsgeschiedenis.)

De geschiedenis kan altijd worden weergegeven, ongeacht of de

airconditioner is ingeschakeld of uitgeschakeld.

TEMP.

ON / OFF

TIMER SET

FAN

MODE

FILTER RESET TEST

TIME SET CL

SAVE

VENT

SWING/FIX UNIT LOUVER

3

1

Procedure
1

Omschrijving
Wanneer de toetsen en langer dan 4 seconden tegelijkertijd ingedrukt houdt, verschijnt het volgende scherm. Als [ Servicecontrole] wordt weergegeven, wordt naar de modus voor de storingsgeschiedenis geschakeld. · [01 : Volgorde van de storingsgeschiedenis] wordt weergegeven in het venster CODE No. (Codenr.). · [Controlecode] wordt weergegeven. · [Het adres van de binnenunit waarvoor de storing is opgetreden] wordt weergegeven onder UNIT No. (Unitnr.).
Wanneer u op de toets [TEMP. / ] drukt, waarmee de temperatuur wordt ingesteld, wordt de volgende storing weergegeven die is opgeslagen in het het geheugen. De cijfers bij CODE No. (Codenr.) geven het codenummer aan. [01] (laatste) tot [04] (oudste).

2

OPGELET

Druk niet op de toets . Als u dit wel doet,

wordt de storingsgeschiedenis van de

binnenunit verwijderd.

3

Druk na bevestiging op de toets om terug te keren naar het normale scherm.

1. Gebruik de bovenstaande procedure om de storingen te controleren. 2. Vraag een geautoriseerde dealer of een gekwalificeerde (onderhouds)monteur om de airconditioner te repareren of
te onderhouden. 3. Meer informatie over de controlecode vindt u in de onderhoudshandleiding.

NL-50

ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES NL ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES ES

12 Specificaties

Model
MCY-MHP0806HS8-E MCY-MHP1006HS8-E

Geluidsdrukniveau (dBA)

Koelen

Verwarmen

58

59

59

60

Productinformatie over ecodesign-vereisten. (Verordening (EU) 2016/2281) http://ecodesign.toshiba-airconditioning.eu/en

Gewicht (kg)
147 147

Gebruikershandleiding

Fabrikant:

Verklaring van overeenstemming
No.181, Weiken Street, Baiyang Block, Hangzhou Qiantang New Area, Zhejiang Province, China

TCF-houder:

TOSHIBA CARRIER EUROPE S.A.S Route de Thil 01120 Montluel FRANKRIJK

Verklaart hierbij dat hieronder beschreven apparatuur:

Algemene benaming: Airconditioner

Model/type:

Buitenunit MCY-MHP0806HS8-E MCY-MHP1006HS8-E

Voldoet aan de bepalingen van de “Machinerichtlijn” (Richtlijn 2006/42/EC) en de regelgeving die ze omzetten naar de nationale wetgeving.
OPMERKING
Deze verklaring verliest haar geldigheid als er zonder toestemming van de fabrikant technische of functionele wijzigingen worden aangebracht.

NL-51

­ 26 ­

NL-52

DHV2307201-03

References

Read User Manual Online (PDF format)

Read User Manual Online (PDF format)  >>

Download This Manual (PDF format)

Download this manual  >>

Related Manuals