ANITEC PRO 2000 INCUBATOR User Manual
- June 12, 2024
- ANITEC
Table of Contents
PRO 2000 INCUBATOR
Product Information:
Product Name: Incubator Pro 2000/4000
Model Number: Pr 400
Version: 1.02
The Incubator Pro 2000/4000, model Pr 400, is a high-quality
incubator designed for professional use. It is equipped with
advanced features to ensure precise temperature control and
efficient operation. The incubator is CE-marked, indicating
compliance with European guidelines.
Product Usage Instructions:
1. Safety Instructions
Before using the incubator, carefully read and follow the
instructions provided in this user manual. ANITEC is not liable for
any damages caused by non-compliance with the regulations,
instructions, or improper use. Warranty will be void in such
cases.
2. Parts & Functions
The incubator consists of the following parts:
-
Houten bekleding (Wooden casing)
-
Touchscreen
-
Deur (Door)
-
Ventilatierooster (Ventilation grid)
-
Waterreservoir (Water reservoir)
-
Vulopening waterreservoir (Water reservoir filling
opening) -
Eierladen (Egg trays)
3. Installation
Follow the installation instructions provided in this user
manual to set up the incubator correctly.
4. Operation & Control
The incubator offers various control options for efficient
operation. Please refer to the user manual for detailed
instructions on operating and controlling the incubator.
4.3.6.1 Display Settings
Adjust the display settings of the incubator as per your
preference. Refer to the user manual for step-by-step instructions
on configuring the display settings.
4.3.6.2 Door Settings
Configure the door settings of the incubator to ensure proper
functioning. Follow the instructions provided in the user manual
for door settings configuration.
5. Troubleshooting
If you encounter any issues with the incubator, refer to the
troubleshooting section of the user manual for possible
solutions.
6. Maintenance and Cleaning
Regular maintenance and cleaning are essential for optimal
performance and longevity of the incubator. Follow the instructions
provided in the user manual for maintenance and cleaning
procedures.
7. Policy
7.1 Return & Repair
For any uncertainties, questions, or comments, please contact
ANITEC for assistance.
7.2 Warranty
Detailed warranty information is provided in the user manual.
Please refer to it for warranty terms and conditions.
GEBRUIKERSHANDLEIDING/USER MANUAL/MODE D’EMPLOI
INCUBATOR
PRO 2000/4000
Pr 400
BROEDMACHINE
PRO 2000/4000
Pr 400
BROEDMACHINE
PRO 2000/4000
Issued: January 2022
Version: 1.02
Pr 400
The contents of this user manual is confidential. He who is in possession of it, without the knowledge of ANITEC, has obtained it illegally.
BROEDMACHINE
Voordat u deze gebruikershandleiding leest
Lees aandachtig de instructies voor je de broedkast in gebruik neemt. ANITEC
is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door het niet naleven van de
voorschriften, instructies of ondeskundig gebruik. In deze gevallen vervalt
alle garantie.
Foto’s en tekeningen in deze gebruikshandleiding kunnen afwijken van de
geleverde broedmachine.
Gebruikte iconen in deze handleiding:
: Waarschuwing ter preventie van problemen.
: Tip of advies.
Bij onduidelijkheden, vragen of opmerkingen, contacteer ANITEC.
Productie & klantendienst:
ANITEC Rollegemkapelsestraat 42 Ledegem, België Contact@ANITEC.be
Pagina 2 van 20
Table Of Contents
VOORDAT U DEZE GEBRUIKERSHANDLEIDING LEEST ……………………………………………… 2
1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN …………………………………………………………………… 5
2. ONDERDELEN & FUNCTIE……………………………………………………………………….. 6
2.1 ONDERDELEN…………………………………………………………………………………………………… 6 2.2 ALGEMENE FUNCTIES
………………………………………………………………………………………….. 6 2.2.1 TEMPERATUURREGELING
……………………………………………………………………………………………………… 6 2.2.2
VOCHTIGHEIDSREGELING………………………………………………………………………………………………………. 7 2.2.3 KEREN VAN
DE EIEREN …………………………………………………………………………………………………………. 7 2.2.4 LUCHTVENTILATIE
………………………………………………………………………………………………………………. 7 2.2.5 AFKOELINGSSCHEMA
…………………………………………………………………………………………………………… 7 2.3
MATERIAAL…………………………………………………………………………………………………….. 8 2.4 VULLEN VAN HET
WATERRESERVOIR ………………………………………………………………………….. 8 2.5 CHECKLIST VOOR ELKE
BROEDCYCLUS …………………………………………………………………………. 8
3. INSTALLATIE ……………………………………………………………………………………… 9
3.1 TRANSPORT…………………………………………………………………………………………………….. 9 3.2 OPTIMALE
OMGEVINGSRUIMTE……………………………………………………………………………….. 9 3.3 ELEKTRISCHE CONNECTIE
………………………………………………………………………………………. 9 3.4 WIFI
NETWERK…………………………………………………………………………………………………. 9
4. BEDIENING & CONTROLE ……………………………………………………………………… 10
4.1 AAN & UITSCHAKELEN VAN HET SYSTEEM ………………………………………………………………….. 10 4.2
HOOFDSCHERM ………………………………………………………………………………………………. 10 4.2.1 HUIDIGE TEMPERATUUR
& VOCHTIGHEID AFLEZEN ……………………………………………………………………… 10 4.2.3 VERLICHTING AAN- EN
UITSCHAKELEN …………………………………………………………………………………….. 11 4.2.4 KEREN NAAR
MIDDENSTAND ………………………………………………………………………………………………… 11 4.2.5 KEERFUNCTIONALITEIT
IN- EN UITSCHAKELEN…………………………………………………………………………….. 11 4.2.6 NAVIGEREN NAAR HET
INSTELLINGEN SCHERM …………………………………………………………………………… 11 4.3 INSTELLINGEN SCHERM
………………………………………………………………………………………. 12 4.3.1 INSTELLINGEN
…………………………………………………………………………………………………………………. 12
4.3.1.1 FAHRENHEIT CELSIUS VERANDERING …………………………………………………………………………………………………
13 4.3.1.2 KOELSCHEMA INSTELLEN…………………………………………………………………………………………………………………. 13
4.3.1.3 MANUEEL KEREN …………………………………………………………………………………………………………………………. 13
4.3.2 VASTE VOGELINSTELLINGEN OPSLAAN EN INSTELLEN …………………………………………………………………….
13 4.3.3 NAVIGEREN NAAR HET HOOFDSCHERM ……………………………………………………………………………………. 14
4.3.4 ALARMEN INSTELLEN …………………………………………………………………………………………………………. 14 4.3.5
WIFI CONNECTIE INSTELLEN …………………………………………………………………………………………………. 15 4.3.6 EXTRA
INSTELLINGEN …………………………………………………………………………………………………………. 16
4.3.6.1 BEELDSCHERM INSTELLINGEN …………………………………………………………………………………………………………… 16
Pagina 3 van 20
4.3.6.2 DEUR INSTELLINGEN ……………………………………………………………………………………………………………………… 16
5. TROUBLESHOOTING …………………………………………………………………………… 17 6. ONDERHOUD EN
SCHOONMAAK ……………………………………………………………… 18
6.1 JAARLIJKS ONDERHOUD ……………………………………………………………………………………… 18 6.2 REINIGING &
ONTSMETTING ………………………………………………………………………………… 18 6.2.1 REINIGEN VAN HET
WATERRESERVOIR……………………………………………………………………………………… 18 6.2.2 SCHOONMAKEN VAN DE
BROEDRUIMTE …………………………………………………………………………………… 18
7. BELEID………………………………………………………………………………………….. 19
7.1 RETOUR & REPARATIE ……………………………………………………………………………………….. 19 7.2
GARANTIE…………………………………………………………………………………………………….. 19
Pagina 4 van 20
1. Veiligheidsvoorschriften
Verkeerd gebruik of het niet naleven van waarschuwingen of instructies kan
resulteren in persoonlijke verwondingen, productieve of persoonlijke fysieke
schade. Om een veilige installlatie te garandereren, lees zorgvuldig sectie
`Installatie’. Het is niet toegestaan wijzigingen door te voeren aan de
broedmachine, alsook het gebruik van niet originele onderdelen. ANITEC is niet
aansprakelijk voor schade of storingen daaruit voortvloeiend. Werkzaamheden
die niet in de bedieningsvoorschriften omschreven staan, mogen alleen
uitgevoerd worden door ter zake deskundig personeel. De broedmachine wordt
steeds uitgeschakeld en het netsnoer wordt verwijderd vooraleer de machine te
reinigen, te verplaatsen of het zijpaneel te openen.
Deze machine is voorzien van de CE-markering. Dit houdt in dat de Incubator
Pro voldoet aan de Europese richtlijnen.
Pagina 5 van 20
2. Onderdelen & functie
2.1 Onderdelen
De broedkast bestaat uit een aantal standaard functionele hoofdcomponenten. Het zichtbare houten frame vormt een eerste buitenlaag, zorgt voor een warme uitstraling en een eerste isolatielaag. Om de broedkast te monitoren en in te stellen, is er een 5.2 inch groot LCD touchscreen aanwezig. De broedkast deur kan met behulp van een grendel geopend en gesloten worden. Om voldoende ventilatie te voorzien is er een ventilatierooster bovenaan en onderaan aan de voorzijde waarvan de grootte van beide openingen manueel kan aangepast worden. Er is een waterreservoir voorzien van 2L voor de automatische vochtregeling. Het aanvullen van het reservoir kan via de vulopening aan de voorkant van de machine. Tot slot bevinden zich intern enkele eierladen. Deze kunnen op een gebruiksvriendelijke manier geplaatst worden in de broedkast.
1. Houten bekleding 2. Touchscreen 3. Deur 4. Ventilatierooster 5. Waterreservoir 6. Vulopening waterreservoir 7. Eierladen
1
2 5
6 3
4 7
2.2 Algemene functies
2.2.1 Temperatuurregeling
De interne lucht wordt via een elektrisch verwarmingselement opgewarmd. De
temperatuur wordt geregeld via een robuuste regelkring. Dit optimaal
regeltechnisch algoritme, samen met een zeer accurate temperatuursensor zorgt
voor een maximale deviatie van 0.1 °C ten opzichte van de ingestelde waarde.
Door de interne luchtcirculatie wordt ervoor gezorgd dat de temperatuur
gelijkmatig verdeeld is doorheen de volledige interne kamer.
De temperatuursensor is gekalibreerd aan de hand van zeer nauwkeurige
thermometers. Er kan steeds een thermometer in de binnenkast geplaatst worden
om de accuraatheid van de temperatuur te controleren.
Als de temperatuur door externe factoren te laag of te hoog wordt, kan dit
gemeld worden via een alarmsignaal. Om dit alarm in te schakelen, zie `Alarmen
Instellen’.
De broedkast is softwarematig beveiligd met een uitschakeltemperatuur van 40
°C. Indien de temperatuur boven 40 °C komt, schakelt het systeem automatisch
uit en wordt er een alarmsignaal geactiveerd. Achteraf is het dan ook vereist
om het systeem volledig opnieuw op te starten.
Pagina 6 van 20
Daarnaast is de broedkast ook hardwarematig beveiligd met een ingebouwde
warmtezekering. Deze biedt een extra zekering indien de temperatuur hoger dan
60 °C wordt in de verwarmingskamer.
2.2.2 Vochtigheidsregeling
De relatieve vochtigheid binnenin de broedkast wordt aan de hand van een
ventilator en een waterverwarmingselement automatisch geregeld. De
waterverwarming wordt enkel indien nodig ingeschakeld om onnodige
energiekosten te vermijden.
2.2.3 Keren van de eieren
De eieren worden door middel van een lineaire verplaatsing gedraaid. De eieren
worden telkens van de ene uiterste stand naar de andere gedraaid. ANITEC
voorziet enkele standaard maten van eierrekken om alle groottes van eieren te
kunnen plaatsen.
Vul altijd de laden vanuit het midden naar buiten om een optimale
luchtcirculatie te bekomen. Het keren kan manueel eenmalig uitgevoerd worden
of automatisch. In automatische modus kan de dagelijkse draaifrequentie
ingesteld worden. De draaifrequentie is het aantal keer dat de eieren per dag
worden gedraaid. Zie sectie Instellingen’ voor bediening. Om de eierladen gemakkelijk te plaatsen of te verwijderen kan je de eierladen laten draaien tot deze in een rechte positie komen te staan. Zie sectie
Keren
naar middenstand’.
2.2.4 Luchtventilatie
Naarmate het broedproces meer vordert en de ontwikkeling in het ei groeit,
wordt er meer CO2 afgestoten. Daarom is het aangeraden om dan ook meer verse
lucht in het systeem toe te laten. De hoeveelheid verse lucht die in het
systeem wordt binnengelaten kan geregeld worden door de schuifknop onderaan de
deur.
Hoe meer er wordt geventileerd, hoe meer het systeem elektrisch verbruikt. De
verse lucht moet namelijk opgewarmd worden en eventueel aangevuld worden met
waterdamp.
Wanneer je merkt dat het vochtigheidsinstelpunt niet gehaald wordt, is het
mogelijk dat er teveel vochtigheidsrijke lucht het systeem verlaat. Het is
daarom aangeraden om de ventilatie naar de buitenomgeving te beperken bij zeer
hoge vochtigheidsniveaus.
2.2.5 Afkoelingsschema
Voor het broeden van sommige vogelsoorten is een afkoelingsschema gewenst.
Hier wordt gedurende een ingestelde tijd het verwarmingselement uitgeschakeld.
Hierdoor zakt de luchttemperatuur aanhoudend doorheen de ingestelde periode.
De dagelijkse frequentie van afkoelen alsook de tijd per afkoelingsperiode kan
worden ingesteld, zie sectie `Instellingen’.
Pagina 7 van 20
2.3 Materiaal
De buitenkant van de broedmachine is gemaakt uit hoogwaardig hout afgewerkt
met een duurzame laklaag. Het materiaal aan de binnenkant heeft de
eigenschappen dat het gemakkelijk te reinigen, waterafstotend en hygiënisch
is. De binnenafwerking is tevens een goede thermische isolator.
2.4 Vullen van het waterreservoir
Het waterreservoir bevindt zich aan de zijkant van de incubator. Het vullen
van het waterreservoir gebeurt aan de voorkant van het toestel via de
vulopening. Wanneer het waterniveau te laag is, kan een alarmsignaal
geactiveerd worden. Om deze in te stellen, zie sectie `Alarmen instellen’. Het
waterreservoir heeft een inhoud van 1.8 liter. Bij normaal gebruik, in een
optimale ruimte, moet het waterreservoir om de 1 à 2 weken hervuld worden.
Altijd vullen met gedemineraliseerd water van ongeveer 30 °C.
2.5 Checklist voor elke broedcyclus
Om een optimale broedperiode te verzekeren, is het aangeraden om volgende
checklist te doorlopen:
· Controleer de temperatuur · Controleer de luchtvochtigheid · Controleer het
waterniveau in het waterreservoir · Controleer de instellingen · Controleer
het keersysteem · Controleer de meetinstrumenten
Om te verzekeren dat de relatieve vochtigheid van de interne lucht al op zijn
instelwaarde is, zet je de broedkast best gedurende 2 uur voor het broeden
aan.
Pagina 8 van 20
3. Installatie
3.1 Transport
Verplaats de broedkast steeds waterpas. Verplaats het toestel nooit wanneer
het in werking is. Wanneer je het toestel verplaatst, haal het netsnoer uit
het stopcontact en verwijder het water uit het resevervoir.
3.2 Optimale omgevingsruimte
Zorg dat de broedkast op een trillingsvrije, stabiele plaats staat op een
minimum hoogte van 50 cm. De broedkast wordt in een hygiënische ruimte
geplaatst met een temperatuur tussen de 15 à 22 °C en een constante
luchtvochtigheid. Het is belangrijk dat zowel de ruimte alsook de broedkast
regelmatig gedesinfecteerd worden ter preventie van schimmels, bacteriën en
virussen.
3.3 Elektrische connectie
Connecteer de broedkast aan de hand van de netsnoer aan het elektrisch net.
Controleer alvorens te connecteren of het netsnoer geen beschadigingen heeft.
Toegestane netspanning: 230V, 50Hz
3.4 Wifi netwerk
Om je broedproces op elk moment te kunnen volgen, kan je het systeem via je
favoriete webrowser online monitoren. Hiervoor moet het systeem geconnecteerd
zijn aan je lokale wifi netwerk (die verbinding heeft met het internet).
Om geen dataverlies te hebben, is het aangeraden dat je broedsysteem geplaatst
wordt waar voldoende netwerkbereik is! Om je wifi te connecteren kan je kijken
onder sectie `Wifi connectie instellen’.
Pagina 9 van 20
4. Bediening & controle
4.1 Aan & uitschakelen van het systeem
De broedkast kan aan- en uitgeschakeld worden met een schakelaar achteraan de
kast. Het opstarten van het systeem duurt ongeveer 5 seconden.
4.2 Hoofdscherm
Het hoofdscherm is het startpunt voor toegang tot de verschillende
instelmogelijkheden.
Huidige instellingen
Keerfunctionaliteit in/uitschakelen
Keren naar middenstand
Sensor waarden
Figuur 1: Hoofdscherm
Verlichting
Navigeren naar instellingschem
4.2.1 Huidige temperatuur & vochtigheid aflezen
In het midden van het hoofdscherm kan je de sensor waarden aflezen. De
temperatuur kan zowel in graden celsius (°C) alsook in graden fahrenheit (°F)
weergegeven worden. Om deze aan te passen, zie sectie `Fahrenheit Celsius
verandering’. De relatieve vochtigheid wordt uitgedrukt in %RH. De
sensorwaarden worden om de drie seconden geupdate.
4.2.2 Huidige instellingen aflezen
Bovenaan het hoofdscherm kan men de huidige instelwaarden voor temperatuur en
vochtigheid aflezen. Daarnaast kan men ook de dagelijkse ingestelde
draaifrequentie zien. De meest rechtse iconen geven de status van het
waterniveau en afkoelschema aan.
Pagina 10 van 20
Waterniveau: Knippert rood bij watertekort!
Afkoelschema: Icoon zichtbaar als schema ingesteld is. Knippert op het actuele
moment van afkoelen.
4.2.3 Verlichting aan- en uitschakelen
De interne verlichting kan aan- en uitgeschakeld worden door kortstondig de
verlichtingsknop in te duwen. Wanneer de verlichting aan is, zie je het lamp
icoontje geel kleuren.
Verlichting uit
Verlichting aan
De verlichting kan ook automatisch ingeschakeld worden wanneer de deur opent.
Om dit te activeren, kan je kijken naar sectie `Deur instellingen’.
4.2.4 Keren naar middenstand
Via dit icoon, kan je het draaisysteem activeren om de eierenladen verticaal
te plaatsen hetgeen de vervanging van de laden vergemakkelijkt.
4.2.5 Keerfunctionaliteit in- en uitschakelen
Het keren van de eieren kan op twee verschillende manieren uitgeschakeld
worden. 1. De keerfunctionalitieit kan uitgeschakeld worden door het drukken
van de keerknop. Wanneer het keren uitgeschakeld is, wordt het icoon rood.
Ingeschakeld
Uitgeschakeld
2. De keerfunctionaliteit kan uigeschakeld worden door de dagelijkse
keerfrequentie op nul te zetten via het instellingscherm. Wanneer deze op nul
staat, is het keericoon niet meer zichtbaar op het hoofdscherm.
4.2.6 Navigeren naar het instellingen scherm
Om naar het instellingen scherm over te gaan drukt men op het tandwiel icoon.
Pagina 11 van 20
4.3 Instellingen scherm
Vanuit het instellingen scherm kan je navigeren naar de verschillende
instellingen. · Vogelselectie: Selecteren, instellingen opslaan en naam
wijzigen · Instellingen: Temperatuur, vochtigheid, draaifrequentie,
afkoelingschema instellen · Alarm instellingen: Te hoge of te lage
temperatuur, deur open, laag waterniveau · Extra instellingen: Beelscherm &
deur instelllingen · Wifi instellingen
Instellingen
Vogelselectie
Alarmen
Navigeren naar hoofdscherm
Extra instellingen
Wifi instellingen
4.3.1 Instellingen
Figuur 2: Instellingen scherm
In het instellingenscherm kan je via de min’ en
plus’ iconen de ingestelde
temperatuur, relatieve luchtvochtigheid en dagelijkse keerfrequentie
aanpassen. Wanneer je via het vogelselectie scherm tot de instellingen bent
gekomen, hebt u tevens de mogelijkheid om de instellingen op te slaan.
Koelschema
Opslaan Navigeren naar hoofdscherm
Figuur 3: Instellingen scherm
Fahrenheit-Celcius verandering
Manueel keren
Pagina 12 van 20
4.3.1.1 Fahrenheit Celsius verandering
De luchttemperatuur kan in graden Celsius (°C) worden uitgedrukt (SI systeem)
of in Fahrenheit (°F). Je kan de temperatuur op beide manieren laten aflezen.
Door onderstaande knoppen te activeren, kan je telkens van eenheidssysteem
veranderen.
Graden Fahrenheit instellen
Graden Celcius instellen
4.3.1.2 Koelschema instellen
Om een koelschema in te stellen, druk je op het koel icoontje. Hier kan men de
dagelijkse afkoelfrequentie instellen, alsook de afkoeltijd per koelperiode.
Voor meer informatie rond deze parameters, zie `Afkoelingsschema’.
Figuur 4: Koelschema instellen
4.3.1.3 Manueel keren
Via dit icoon kan je de eieren eenmalig keren.
4.3.2 Vaste vogelinstellingen opslaan en instellen
Om gemakkelijk vaste instelwaarden voor broedprocessen van verschillende
vogels bij te houden, kan je gebruik maken van de vaste vogelinstellingen
functionaliteit. De functionaliteit laat toe om voor 6 verschillende
vogelsoorten een vaste set aan instelwaarden op te slaan. Om de instelwaarden
te gebruiken onder één van deze 6 sets, duw je enkel op de respectievelijk
juiste vogelnaam waaronder deze is opgeslagen. Er wordt automatisch terug naar
het hoofdscherm gegaan en de vogelinstellingen van de geselecteerde vogel en
daaronder de vogelnaam wordt weergegeven.
Pagina 13 van 20
Figuur 5: Vogel instellingen
Naam aanpassen van de vogelselectie. Een toetsenbord zal verschijnen.
Instellingen aanpassen van specifieke vogel (temperatuur, relatieve
luchtvochtigheid, dagelijkse keerfrequentie)
Wanneer de broedkast herstart wordt, zullen de instellingen van de laatst
gekozen vogel automatisch geactiveerd worden.
4.3.3 Navigeren naar het hoofdscherm
Om terug te gaan naar het hoofdscherm, druk op het huis icoontje.
4.3.4 Alarmen instellen
Via het instellingenscherm kan u navigeren naar het alarmscherm.
Figuur 6: Alarm instellingen
Pagina 14 van 20
Via dit scherm kunnen 4 verschillende alarmen geactiveerd of gedeactiveerd
worden. Wanneer een alarm getriggerd wordt, gaat een luide buzzer af. Een
alarm wordt getriggered indien er 30 seconden niet voldaan werd aan één van
volgende actieve condities:
· Te hoge temperatuur: temperatuur boven 1.5 °C van het ingestelde setpunt ·
Te lage temperatuur: temperatuur onder 1.5 °C van het ingestelde setpunt ·
Waterlevel: onvoldoende water in het waterreservoir · Deur: wanneer de deur
langdurig openstaat
4.3.5 Wifi connectie instellen
Via de wifi module, heb je de mogelijkheid om het broedproces realtime op te
volgen. Dit kan via volgende URL: www.anitec-data.be. Instructies hiervoor kan
u vinden in de aparte handleiding Data Monitoring’. De SSID en het bijhorende paswoord van het netwerk waaraan je de broedkast wil connecteren kan je invullen op het Wifischerm. Nadat alles correct is ingevuld, druk je op de
connect’ knop. Hierna krijg je volgende melding:
`Data send! Please Wait’ .
Figuur 7: Wifi instellingen
Na enkele minuten, zal de status veranderen naar één van onderstaande:
·
Connected
Broedkast is succesvol geconnecteerd.
·
Disconnected
Broedkast is gedeconnecteerd .
·
Attempting to connect
Bezig met verbinden
·
No SSID available
Wifi netwerknaam niet beschikbaar
Wanneer de connectie status op `Connected’ staat en dus de broedkast succesvol geconnecteerd is, kan je tevens ook de signaalsterkte van het netwerk bekijken. Hoe hoger, hoe stabieler je connectie en hoe stabieler de data collectie.
Pagina 15 van 20
4.3.6 Extra instellingen
4.3.6.1 Beeldscherm instellingen
De helderheid van het LCD scherm kan via een schuifbar aangepast worden. Om
energie te besparen, zet je best de slaapmodus op het scherm aan. Het scherm
zal dan na een bepaalde tijd inactief worden. De slaapmodus kan je inschakelen
via de schuifknop. De relatieve tijd waarna het scherm inactief wordt kan je
via de onderste schuifbar aanpassen.
Helderheid LCD Slaapmodus Slaaptijd
Figuur 8: Beelscherm instellingen
4.3.6.2 Deur instellingen
Via de Light’ schuifknop, kan je het licht automatisch activeren bij het openen van de deur. Via de
Ventilator’ schuifknop, kan je de ventilator
uitschakelen bij het openen van de deur. Hierdoor zal tevens ook de verwarming
uitgeschakeld worden. Indien de ventilator de status `ON’ heeft, zal de
verwarming op een lager vermogen werken en zal de ventilator nog steeds actief
blijven.
Figuur 9: Deur instellingen
Pagina 16 van 20
5. Troubleshooting
PROBLEEM De broedmachine start niet op
Verwarming gaat niet
Relatieve vochtigheidswaarde sterk onder ingestelde waarde
Relatieve vochtigheidswaarde sterk boven ingestelde waarde Vocht daalt sterk
bij vullen waterreservoir Waterniveau daalt sterk Icoon waterniveau blijft
knipperen De eieren keren niet
Deur kan niet volledig dicht
OORZAAK · Netsnoer is slecht geconnecteerd · Schakelaar achteraan staat af · Zekering is stuk bij netaansluiting · Deur staat open · Systeem loop vast terug opstarten! · Temperatuursensor is vervuild of beschadigd · Ventilatierooster staat teveel open · Waterniveau in tank te laag · Waterverwarming slecht of niet geconnecteerd · Ventilatierooster staat teveel gesloten · Omgevingsvochtigheid is te hoog · Gevuld met koud water · Lek bij watertank of leidingen · Waterniveau te laag · Eierladen zijn niet goed gepositioneerd · Automatisch keren is uitgeschakeld · Motor is geblokkeerd · Eierladen zijn niet goed gepositioneerd · Object zit tussen de deur
Pagina 17 van 20
6. Onderhoud en schoonmaak
6.1 Jaarlijks onderhoud
Na ieder broedseizoen moet de broedkast volledig gereinigd en ontsmet worden. ANITEC adviseert om uw broedkast jaarlijks te laten controleren en te onderhouden. Controle van volgende componenten is cruciaal:
·
Ventilatie systeem
·
Verwarmingselement
·
Elektrische bekabeling
·
Kalibratie temperatuur en vochtigheid
·
Keersysteem
Een jaarlijks onderhoudscontract kan aangevraagd worden via onze klantendienst.
6.2 Reiniging & ontsmetting
Haal de stekker uit het stopcontact vooraleer je met het onderhoud begint. Na
iedere broedcyclus is het aangeraden om de broedkast volledig te ontsmetten en
te reinigen.
6.2.1 Reinigen van het waterreservoir
Het verwijderen van het waterreservoir gebeurt door het luik aan de zijkant te
openen. Het reservoir schuif je naar voren en je ontkoppelt het
verwarmingselement en de sensor.
Na lediging van het reservoir, reinig je deze best grondig met een
zeepoplossing en ontsmettingsmiddel.
6.2.2 Schoonmaken van de broedruimte
Verwijder de broedrekken en schroef de zijkanten los. Schuif deze voorzichtig
naar voren. Haal het vuil weg met een stofzuiger en natte doek. Plaats de
zijkanten terug op hun plaats en schroef deze vast. Reinig ook de broedrekken.
Pagina 18 van 20
7. Beleid
7.1 Retour & reparatie
Het aanvragen van een reparatieverzoek of bestellen van reparatie onderdelen
kan je via het contactformulier op de website contact@ANITEC.be. U ontvangt
maximaal binnen twee werkdagen antwoord op je aanvraag.
7.2 Garantie
Het bepalen van de instellingen en bekomen meetresultaten zijn uitsluitend de
verantwoordelijkheid van de gebruiker. De fabrikant is onder geen beding
aansprakelijk voor de schade die hierdoor kan veroorzaakt worden. Er is geen
garantie op de juistheid van de temperatuurmeting. Uw product is geleverd met
garantie die dekking biedt voor productiefouten in het vakmanschap en de
materialen. Onze garantie dekt geen reparaties die een gevolg zijn van schade
die is ontstaan door misbruik of onvoldoende onderhoud aan het product,
normale slijtage of reparaties voorbij de garantieperiode. Voor reparatie
onder garantie is het noodzakelijk dat uw product geïnspecteerd wordt door de
serviceafdeling van ANITEC. Onze serviceafdeling zal na ontvangst de
definitieve beslissing nemen over de status van uw product. Sinds ANITEC op
geen enkele manier controle heeft op een correcte plaatsing en in dienstneming
van de broedkast, zal enkel de garantie van dit product het product zelf
bevatten. De garantie periode van dit product is 2 jaar.
Pagina 19 van 20
Pagina 20 van 20
Read User Manual Online (PDF format)
Read User Manual Online (PDF format) >>