SportTronic ST-X6 Fitness Bike User Manual
- June 3, 2024
- SportTronic
Table of Contents
ST-X6 Fitness Bike
HANDLEIDING
NL
FITNESS X-BIKE
ST-X6
www.sporttronic.eu
BELANGRIJK! Lees voor gebruik alle instructies aandachtig door. Bewaar deze
handleiding voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Neem bij het gebruik van dit apparaat de gebruikelijke voorzorgsmaatregelen in
acht, met inbegrip van de volgende veiligheidsinstructies: Lees voor gebruik
alle instructies door.
1. Lees alle instructies in deze handleiding door en doe eerst een warming-up
voordat u het apparaat gebruikt.
2. Om spierpijn en letsel te voorkomen, wordt aangeraden om voor het sporten
het lichaam op te warmen. Wij verwijzen u voor oefeningen naar de sectie
“Warming-up en cooling-down”. Na het sporten zorgt een cooling-down ervoor dat
het lichaam zich weer ontspant.
3. Let er voor gebruik op dat alle onderdelen van het apparaat onbeschadigd
zijn en goed vast zitten. Plaats het apparaat op een vlakke ondergrond, het
liefst op een beschermende mat of op vloerbedekking.
4. Draag sportieve kleding en (sport)schoenen bij het gebruik van dit
apparaat; let op dat uw kleding niet te wijd en slobberig is, omdat het dan
ergens achter kan blijven haken.
5. Probeer geen ander onderhoud of aanpassingen uit te voeren dan die in deze
handleiding worden beschreven.Indien er zich problemen voordoen, dient u het
gebruik te staken en een erkend servicevertegenwoordiger te raadplegen.
6. Gebruik het apparaat niet buitenshuis. 7. Dit apparaat is uitsluitend
bestemd voor thuisgebruik. 8. Op elk gegeven moment mag slechts één persoon
het apparaat gebruiken. 9. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van de
loopband als deze in gebruik is.
Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik door volwassenen. Houd een
minimale vrije ruimte van twee meter aan rondom het apparaat zodat u veilig
kunt trainen.
10. Krijgt u last van pijn op de borst, misselijkheid, duizeligheid of
kortademigheid, stop dan direct met trainen en raadpleeg eerst een arts voor u
de training hervat.
11. De maximale belasting voor dit product is 110 kg.
WAARSCHUWING: Raadpleeg een arts voordat u met een
trainingsprogramma begint. Dit is vooral belangrijk als u ouder bent dan 35
jaar of als u kampt met gezondheidsproblemen. Lees voor gebruik van
fitnessapparatuur alle instructies door.
WAARSCHUWING: Lees voor gebruik van dit product alle
instructies aandachtig door. Bewaar deze gebruikershandleiding voor toekomstig
gebruik.
1
ONDERDELENLIJST
Rugkussen
Bedieningspaneel
Afstelknop weerstand
Handsteunen
Achterstang
Zadelpen
Kogelpen
Stuur Hartslagsensor
Hoofdframe Instelknop voor hoogte
Pedaal
BIJGELEVERDE ONDERDELEN
A
B
1. Inbusbout met bolkop x 2
2. Gebogen sluitring x 2
C
1. Inbusbout met bolkop x 2 2. Sluitring x 2
D
Inbussleutel
Moersle utel
2
MONTAGE-INSTRUCTIES
1. Installeer de kogelpen. Trek de kogelpen los om het hoofdframe uit te
klappen en steek hem vervolgens terug.
2. Installeer de stabilisatiebalken voor en achter. Draai de schroeven in
beide stabilisatiebalken los, lijn ze uit met de overeenkomstige groeven en
draai de schroeven weer vast.
A 3. Installeer het stuur en het bedieningspaneel. Lijn het stuur uit met de
overeenkomstige groeven in het hoofdframe en zet het stuur vast met bouten en
sluitringen. Steek de datakabels in de overeenkomstige poorten en plaats het
bedieningspaneel vervolgens op het hoofdframe. Draai goed vast.
3
4. Installeer de pedalen.
Bevestig de pedalen (bij het linkerpedaal draait de schroefdraad naar links,
het bij rechterpedaal naar rechts).
5. Installeer de handsteunen en het zadel.
Maak de moer en sluitring los, plaats het zadel
B
op de driehoekige plaat en zet het zadel vast.
Bevestig het rugkussen op de achterstang.
Draai de bout en sluitring op de zadelpen los, plaats de achterstang op de zadelpen en draai deze vast.
Draai de moer van de achterstang los, bevestig de handsteunen en draai weer vast.
6. Installeer het zadel op de fiets.
Installeer het zadel op de fiets en zet goed vast met de instelknop.
4
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
WEERSTAND INSTELLEN De weerstand kunt u eenvoudig instellen met de afstelknop
(18) onder het bedieningspaneel. Om de weerstand te verhogen draait u met de
klok mee (+); om de weerstand te verlagen draait u tegen de klok in (-).
De laagste magnetische weerstand is Stand 1. De hoogste magnetische weerstand
is Stand 8.
HOOGTE ZADEL INSTELLEN:
A. Draai de knop los.
B. Pas de zadelhoogte aan.
C. Draai de knop vast.
VEILIG OPBERGEN
Berg uw X-BIKE op een droge plek op,
buiten bereik van
WAARSCHUWING:
De maximale hoogte van de zadelpen is aangegeven met de markering “MAX” op de
zadelpen. Zet u het zadel hoger, dan is de fiets niet stabiel.
kinderen.
Let op dat niemand erover kan struikelen en dat de fiets niet om kan vallen.
5
De X-BIKE inklappen:
1. Trek de kogelpen los.
6
INSTRUCTIES BEDIENINGSPANEEL
KNOPPEN:
MODE DRAAIKNOP OMHOOG
DRAAIKNOP OMLAAG
RESET
TOTAL RESET RECOVERY BODY FAT
Hiermee bevestigt u de instellingen. Draai naar rechts (of druk in) om de trainingsmodus te selecteren en de functiewaarde te verhogen. Draai sneller om de waarde sneller te wijzigen. Draai naar links (of druk in) om de trainingsmodus te selecteren en de functiewaarde te verlagen. Draai sneller om de waarde sneller te wijzigen. Hiermee herstelt u gewijzigde instellingen. Druk op RESET en houd 2 seconden vast om alle functiewaarden te herstellen. Hiermee zet u het bedieningspaneel uit en weer aan. Hiermee test u hoe snel uw hartslag herstelt. Hiermee start en begint u een meting van uw lichaamsvet.
FUNCTIES SCAN RPM SPEED TIME
DISTANCE
BODY FAT
Geeft achtereenvolgens alle functies weer: TIMEDISTANCE CALORIES PULSE
RPM/SPEED Geeft het aantal rotaties per minuut weer. De waarden RPM en SPEED
wisselen elke 6 seconden af tijdens het trainen. Geeft de snelheid weer. 1.
Hiermee kunt u een trainingstijd instellen, die kan liggen tussen 0:00 en
99:00. De tijd telt terug naar 0. 2. U kunt zelf de tijd instellen of
automatisch de tijd laten bijhouden.
1. Hiermee kunt u een trainingsafstand instellen, die kan liggen tussen 0.00
en 99.50. De afstand telt terug naar 0. 2. U kunt zelf de te fietsen afstand
instellen of automatisch de afstand
laten bijhouden.
Druk, in de STOP-modus, op BODY FAT om een meting van uw lichaamsvet te
starten. Houd beide handen op de sensoren op het stuur tijdens de meting. Het
display zal gedurende 8 seconden “-” “–“”—” “—-” weergeven. Daarna worden
steeds gedurende 3 seconden het BMI en vetpercentage (FAT%) weergegeven.
7
HET APPARAAT GEBRUIKEN:
1. Plaats 2 AAA-batterijen van 1.5V. U ziet nu het volgende op het display
(afb. A). Tegelijkertijd hoort u een piep. Voer uw gegevens in en druk op
“MODE” om de invoer te bevestigen. Hierna gaat u verder met de stap in afb. B.
Afb. A
Afb. B
2. Waarden instellen voor TIME/DISTANCE/CALORIES/PULSE. In elke modus,
bijvoorbeeld om de tijd (TIME) in te stellen, kunt u de waarde die knippert
instellen met de draaiknop. Druk op “MODE” om de invoer te bevestigen. Op
dezelfde manier stelt u de waarden in voor de afstand (DISTANCE), het
calorieverbruik (CALORIES) en de hartslag (PULSE).
3. Als er een signaal naar de computer wordt verzonden, begint de waarde voor
TIME/DISTANCE/CALORIES op te lopen (afb. C). Heb u een streefwaarde ingevoerd
(TIME/DISTANCE/CALORIES), dan wordt tijdens het trainen vanaf de vooraf
ingestelde waarde afgeteld naar nul. Zodra de waarde nul is, zal de computer
gedurende 8 seconden piepen. Blijft u doorfietsen, dan wordt weer vanaf nul
verder geteld. Druk op “MODE” om te bevestigen en de volgende waarde in te
stellen.
4. U ziet de SCAN-modus (afb. C). Achtereenvolgens worden
RPM/SPEED/TIME/DISTANCE/CALORIES/PULSE steeds 6 seconden weergeven.
Afb. C
5. U kunt ook op “MODE” drukken om een functie te selecteren, met
uitzondering van de functie RPM & SPEED. De functie RPM & SPEED wordt
afwisselend weergegeven.
6. RECOVERY (1) Druk om “RECOVERY” om de RECOVERY-modus te activeren. In deze
modus werken alleen PULSE en TIME. De andere functies worden niet weergegeven
en invoer via de sensoren is niet mogelijk. De waarde voor TIME telt af vanaf
“0:60” en PULSE knippert om de hartslag van de gebruiker weer te geven. Als
TIME op “0” staat, ziet u op het display een waarde tussen F1 en F6 (F1 is het
beste, F6 is het slechtste).
(2) Op het display ziet u het volgende: (RECOVERY beginconditie &
eindconditie).
(3) Als het aftellen tot 0:00 wordt afgebroken of er geen hartslag wordt
gemeten, wordt het aftellen gestopt en wordt de waarde F6 weergegeven.
(4) Drukt u op RECOVERY voor het aftellen bij 0:00 is, dan wordt het aftellen
gestopt en keert u terug naar het hoofdmenu.
8
Warming-up
Een goed trainingsprogramma bestaat uit een warming-up, een aërobe oefening en
een cooling-down. Train minstens twee en bij voorkeur drie keer per week, met
een dag rust tussen de trainingen. Na enkele maanden kunt u uw trainingsritme
verhogen tot vier of vijf keer per week. De warming-up is een belangrijk
onderdeel van uw training en het is verstandig hem niet over te slaan. De
warming-up zorgt ervoor dat uw lichaam wordt voorbereid op de zware inspanning
van de training, door de spieren alvast warm te maken en op te rekken, uw
bloedsomloop en hartslag te verhogen en meer zuurstof aan uw spieren te
leveren. Herhaal de oefeningen aan het einde van uw training om de kans op
spierpijn te verminderen. Hier volgen een aantal goede warming-up- en cooling-
downoefeningen:
Inner thigh stretch
Ga op de grond zitten, met de knieën naar buiten en de voetzolen tegen elkaar.
Trek uw voeten zo dicht mogelijk naar u toe. Duw voorzichtig uw knieën naar de
grond. Houd dit 15 tellen vast.
Hamstring stretches
Leg uw rechterbeen gestrekt voor u neer. Zet de zool van uw linkervoet tegen
uw rechterdijbeen. Buig voorover richting uw tenen. Houd dit 15 tellen vast.
Ontspan en herhaal de oefening aan de andere kant.
Head rolls
Kantel uw hoofd naar rechts. Houd dit één tel vast, zodat u de linkerkant van
uw nek licht voelt trekken. Kantel uw hoofd terug naar het midden, en kantel
nu uw hoofd naar achteren, zodat uw kin omhoog wijst. Laat uw mond rustig open
vallen. Kantel uw hoofd naar links en houd dit één tel vast. Kantel nu uw
hoofd naar voren, zodat uw kin uw borst raakt en houd dit één tel vast.
Shoulder lifts
Til uw rechterschouder op naar uw oor en houd dit één tel vast. Til uw
linkerschouder op naar uw oor en houd dit één tel vast; laat tegelijkertijd uw
rechterschouder zakken.
9
Calf/achilles stretch
Zet uw armen tegen de muur en zet uw linkerbeen voor het rechter. Houd het
rechterbeen gestrekt en buig, terwijl u de linkervoet op de grond laat staan,
het linkerbeen. Leun naar voren door uw heupen richting de muur te duwen. Houd
dit 15 tellen vast en herhaal de oefening aan de andere kant.
Toe touches
Buig langzaam naar voren vanuit uw middel. Houd uw rug en schouders ontspannen
terwijl u zich uitrekt richting uw tenen. Reik zo ver u kunt en houd dit 15
tellen vast.
Side stretches
Hef uw beide armen zijwaarts en til ze omhoog tot boven uw hoofd. Duw uw
rechterarm nog iets verder omhoog en houd dit één tel vast. U voelt de spieren
aan de rechterkant rekken. Ontspan en herhaal de oefening aan de andere kant.
10
ADVIES BIJ PROBLEMEN EN STORINGEN
1. Controleer of alle bouten en moeren goed vastzitten en of de
draaiende/bewegende delen vrij kunnen draaien en niet beschadigd zijn.
2. Maak het apparaat alleen schoon met zeepsop en een licht vochtige doek.
Gebruik geen oplosmiddelen om het apparaat te reinigen.
Probleem/storin g
Mogelijke oorzaak
1. De ondergrond is niet vlak of er
De fiets wiebelt.
ligt iets onder de voorste of
achterste stabilisatiebalk.
2. De doppen van de
achterste stabilisatiebalk
zijn niet goed uitgelijnd
bij het instellen.
Het stuur wiebelt.
De bouten zitten los.
Oplossing 1. Verwijder het object.
2. Lijn de doppen achter uit.
Draai de bouten stevig vast.
De bewegende delen maken veel lawaai (rammelen).
De onderdelen zijn niet goed vastgedraaid.
Controleer en draai alles goed vast.
Tijdens het fietsen voel 1. De weerstand wordt steeds
ik geen weerstand.
hoger/de fiets fietst steeds
zwaarder.
2. De afstelknop voor de weerstand is beschadigd.
3. De ketting slipt.
4. De lagers zijn beschadigd.
1. Controleer en draai alles goed vast.
2. Stel de afstelknop voor de
weerstand opnieuw in.
3. Controleer en draai alles goed vast.
4. Vervang de lagers.
Dit trainingsapparaat is alleen bedoeld voor thuisgebruik. TRAININGSAPPARATEN UIT DE KLASSE HC ZIJN NIET GESCHIKT VOOR THERAPEUTISCHE DOELEINDEN! Raadpleeg in geval van lichamelijk letsel, problemen met uw bloedsomloop en bewegingsapparaat altijd een arts voordat u met trainen begint.
11
References
Read User Manual Online (PDF format)
Read User Manual Online (PDF format) >>